zondag 8 februari 2009

Eén ster

't Viel niet mee om het idee verwezenlijkt te krijgen, maar gisteravond zaten we dan toch echt in het enige 1-sterrenrestaurant in de buurt van Nijmegen. De verwachtingen waren hooggespannen. Met het gezelschap zat het wel snor, daar zou het niet aan liggen. Met de 'ombiejonze' leek zo op het eerste gezicht ook niks mis. Mooie oude boerderij, binnen alles strak in het pak, ook de vrouwelijke bediening (prachtig vind ik dat, vrouwen in een pak mét stropdas) en de inrichting was opgemaakt volgens voorspelbaar, maar smaakvol modern design. Maar hoe zou het eten zijn, vroeg ik mij benauwd af, terwijl ik in gedachten de inhoud van mijn portemonnee nog eens de revu liet passeren.

Want dat was het, wat zo'n avond een domper kan bezorgen. M'n Hollandse knieperigheid. Met één hand figuurlijk op de beurs wordt met gespannen blik alles bekeken, gewogen en hier en daar te licht bevonden. Meteen gaat er dan een steek door je heen: 'Bij eetcafé De gulle ruif heb je een heel driegangenmenu voor de prijs van deze op spuug gelijkende en al niet veel beter smakende amuse.' En verdomd, bij mijn disgenoten leek ik ook al van die verstrakte mondjes en tot spleten vernauwde oogjes te zien, en dan kwam die sommelier eindelijk met de wijnkaart of de gastvrouwen die als een inktvis met heel veel armen alles min of meer gelijktijdig op de tafel deden belanden, en dan was er iets mis!!! Nee hè! Vaak maar iets heel kleins, eigenlijk niks, maar brullend stort de gedachte zich naar voren: 'Wat slèèèèècht voor dat geld!' Interieurs en gevulde borden van andere restaurants en eetgelegenheden verschenen op mijn netvlies, menukaarten met alleen maar bedragen onder de 20 euro, omfietswijnen van Super de Boer in mijn eigen wijnrekje, die aardige Turkse jongen achter de balie van de friettent, die qua klantvriendelijkheid niet onder deed voor het personeel dat me nu omgaf....

Ach, uiteindelijk hebben we natuurlijk een geweldige avond gehad, hebben we buitengewoon origineel gegeten en zijn we op een uiterst bekwame en soepele manier bediend geweest geworden. Het geldduiveltje dat tussen mij en een geslaagde avond in stond, heb ik na drie kwartier een flinke schop onder z'n hol gegeven. Toen heb ik eens diep adem gehaald, mijn drie tafelgenoten met een warme blik bekeken, en vervuld van een diepe welwillendheid opgelucht verder gedineerd.