vrijdag 26 februari 2010

Onwaarschijnlijke namen

Soms levert het werk overdag iets aardigs op, iets aardigers dan het salaris, bedoel ik.
Ooit vertaalde ik twee boeken van een Amerikaanse schrijver van wie ik nog nooit had gehoord en wiens naam me zo onwaarschijnlijk voorkwam dat ik dacht het een (slechtgekozen) pseudoniem was. Want wie heeft er nu 'Glenway' als vóórnaam? Glenway Wescott: zo heet de gladgeschoren revolverheld uit een B-film. Een naam bedacht door een licht overspannen, alcoholistische broodschrijver in Hollywood, die aan het begin van zijn carrière een ander verloop voor ogen had, net als zijn twee ex-vrouwen, de laatste net terug uit het ziekenhuis.
Maar nee, Glenway Wescott is de echte naam van een respectabele schrijver, wiens faam alleen al door zijn novelle The Pilgrim Hawk (1940) - heel goed vertaald in het Nederlands - geheel is verzekerd.

En nu duikt er weer een andere naam op uit dat weidse land van prairies en boerderijpercelen ter grootte van de hele provincie Utrecht: Rackstraw Downes. U gelooft het ook niet, ik zie het aan het bijna onmerkbaar groter worden van uw ogen, maar het is echt heus waar: Rackstraw bestaat echt, al vanaf 1939, en schildert kunst, in zijn geval superrealistische landschappen, die merkwaardigerwijze niet van foto's te onderscheiden zijn. Zijn reden om dat te doen:

"According to painter Rackstraw Downes, his upbringing by actor parents cured him of any interest in theatrics, and the presumptuous claims made for abstract painting drove him towards representation. Drama of another kind, however, abounds in his intense, peculiarly non-picturesque scenes of urban and rural sites. Beneath his exacting technique lie original perceptions and ferociously focused thinking."

Vooral die zinsnede over zijn acterende ouders zal me nog lang bijblijven: ik zie onmiddellijk een zwaar geaffecteerd pratend en onbeschaamd overacterend ouder stel voor me, type Ellen Vogel en Joan Remmelts, dat elkaar met veel holle gebaren en nadrukkelijke mimiek de suikerpot aangeeft tijdens het maandagmorgenontbijt. De kleine Rackstraw zit er bedremmeld en gegeneerd bij. Als hij nog niet getekend was door die theatrale en wrede voornaam, dan zou het wel gebeuren door de gedragingen van zijn hysterische ouders. Afijn, ik verzin maar wat.
'Rackstraw' betekent zoiets als 'ruifhooi'. De schilder heeft ermee moeten leren leven. Om zijn lijden draaglijker te maken bestel ik een zojuist verschenen monografie over hem en zal zijn schilderijen zorgvuldig bekijken, zoals onderstaand voorbeeld. De afbeelding en het commentaar is gevonden op de Amerikaanse kunstwebsite artcritical.com:


A Stop on the J Line (Alabama Avenue)” (2007)


"Mr. Downes’ subjects tend be unbeautiful, overlooked scenes galvanized by their spatial extremes. The broad vistas of Texas scrublands stream across several canvases with very wide formats; elevated highways and bridges soar through others. Executed on site after numerous preparatory sketches, these paintings amount to portraits of spatial configurations rather then strictly of objects. Mr. Downs’ meticulous technique makes these marginal and forgotten sites seem elegant, almost crystalline in their detail, but their most compelling aspect lies in the way his “uncompromising empiricism,” as he calls it, leads to vertiginous renderings of space.
In the small painting “A Stop on the J Line (Alabama Avenue)” (2007), the sweep of an elevated subway line fills the breadth of the canvas, its curvature exaggerated as if viewed through a fish-eye lens. The naturalism of the midday illumination and the plethora of details – down to the rivets on some girders – vie with the extravagant proportions of the structure, which dwindles drastically towards either side of the canvas, slipping away from us like a rock falling down a sunlit well."

zondag 21 februari 2010

Een stukje van niks

OK. Nieuwe uitdaging: ik weet helemaal niks om over te schrijven en ga het toch proberen. Ik heb vanmorgen al van alles en nog wat beluisterd, bekeken en gelezen, maar niets inspirerends: Mendelssohns Italiaanse, de krant + bijlage, de laatste dertig bladzijden van The catcher in the rye, vijf boekenbijlagen van Trouw, Bachs 3e solosonate voor viool, een paar blogberichten en het laatste nieuws over Salinger. Big deal. Misschien is het de geest van dwarse puber Holden Caulfield die tijdelijk bezit van me genomen heeft en zie ik mezelf met al dat cultureel verantwoorde gedoe wel gewoon als een goddam phony. Voor alles geldt: het is niet goed of het deugt niet.
Althans inspiratiegewijs.
Moordend is dat.

Ik denk dat ik maar eens iemand een buzz ga geven. En als die iemand niet opneemt, kan ik dat hem/haar dat niet kwalijk nemen. Althans niet als ik weet dat-ie dit stukje heeft gelezen...





Holden Caulfield smokin'

maandag 15 februari 2010

Staande ovatie

Bericht uit De Gelderlander:
Nijmegen, 30 februari 2010 (ANP) - Een 59-jarige inwoner van Arnhem is een regionale campagne begonnen tegen de staande ovatie bij klassieke concerten. Walter Passies is al jarenlang een trouw concertbezoeker en ergerde zich 'de afgelopen twintig jaar in toenemende mate aan de gewoonte om na ieder concert bij het slotapplaus te gaan staan, ongeacht de kwaliteit van de uitvoering', aldus de Arnhemse muziekliefhebber. Het fenomeen is, zo zegt hij voorts, oorspronkelijk bedoeld om 'in het geval van uitzonderlijk goede muzikale prestaties uitdrukking te geven aan een meer dan gemiddelde waardering door de toehoorders. De normale beloning - een al dan niet gul applaus - wordt door te gaan staan verrijkt met een duidelijk toegevoegd eerbetoon aan de uitvoerenden.' De laatste jaren is dit eerbetoon echter standaard geworden en men heeft daardoor geen middelen meer om extra waardering uit te drukken, of het moet zijn door 'ordinair roepen of zelfs joelen en fluiten, en soms door al even ordinair voetgetrappel of bravo-geroep.'

De heer Passies is enige tijd geleden begonnen in de plaatselijke concertzalen van Arnhem en Nijmegen flyers uit delen met het verzoek om niet meer automatisch te gaan staan bij het slotapplaus, onder het motto 'Staand is verregaand'. Een korte toelichting moet de concertbezoekers bewust maken van de betekenis van hun wijze van applaudiseren. De campagne heeft enig succes gehad, vooral dankzij de aanwezigheid van enkele medestanders van Passies bij vrijwel ieder concert in de regio. Zij blijven ostentatief zitten, tenzij er sprake is van een uitzonderlijk concert, maar die gelegenheid heeft zich de afgelopen tijd nog niet voorgedaan.

Het ligt in de bedoeling om de regionale actie uit te breiden naar een landelijk niveau. Er zijn contacten gelegd met concertzaalbeheerders en muziekverenigingen in het midden en westen van het land en die hebben volgens de Arnhemse muziekliefhebber 'vrijwel allemaal zeer positief gereageerd'. Van directeur L. Verstappen van de schouwburg/concertzaal in Huizen kreeg hij zelfs schriftelijk een 'staande ovatie' voor zijn initiatief, waarvoor de heer Passies uiteraard hartelijk bedankt heeft.

zondag 7 februari 2010

Leerzame quiz

Geen idee hoe lang het programma al bezig is, maar op een van die vreselijke RTL-zenders is miss Poppekop, alias Bridget Kaasland, bezig met een "quiz", getiteld Lekker slim! Ik ben er maar eens even voor gaan zitten, want als ik nergens zin in heb, dan is een quiz nog wel eens leuk.
Ik heb ongeveer twintig minuten gekeken, vijftien daarvan noodgedwongen, omdat ik niet bij de afstandsbediening kon komen. Heb ik ooit eerder meegemaakt, toen ik weinigvermoedend naar The Texas Chainsaw Massacre zat te kijken, een van de goorste horrorfilms ooit, en van pure angst naar de achterkamer was gevlucht. Ditmaal moest ik machteloos toezien, omdat ik telkens opnieuw van verbijstering en ontzetting met m'n handen naar m'n hoofd bleef grijpen: elke nieuwe opmerking van de deelnemende dames was nog dommer dan de vorige. Vandaar dus dat ik wat langer moest blijven kijken.
Voor wie de quiz niet kent: miss Lollipop stelt een simpele vraag, nee, nog simpeler: "Waar wijst een kompasnaald naartoe?" of "Welk dier maakt honing?" Die vraag wordt voorgelegd aan twee mannen die moeten zeggen of twee vrouwen het antwoord goed of fout zullen beantwoorden. Hep u 'm? Van elke quiz steek je wel wat op: na deze martelende twintig minuten weet ik bijvoorbeeld dat het honingproducerende dier een wesp is. Via een ingewikkelde redenering kwamen de dames op het idee dat het een diertje moest zijn dat steekt, want anders hoefde die mannen bij die manden niet zo'n masker op en het waren wespen die staken. De redenering over de kompasnaald zal ik jullie besparen, maar voordat ze eruit waren om welk voorwerp het ging, waren er al minstens vijf minuten voorbij. Als het doorgestoken kaart is, hebben ze daar bij RTL een paar geniale tekstschrijvers in dienst: Koefnoen, Draadstaal, Toren C, allemaal hulpeloos gebazel...
Maar eigenlijk denk ik niet dat het oplichterij is. In dat geval heb ik nog iets geleerd van deze quiz, of eigenlijk meer iets hardhandig bevestigd gekregen: er bestaan mensen die nog stommer zijn dan hun eigen achterste. En die kijken naar dit soort quizzen...

vrijdag 5 februari 2010

Salinger e morto

J.D. Salinger is overleden, de geestelijke vader van Holden Caulfield en de geniale familie Glass. De grootste kluizenaar onder de Amerikaanse schrijvers, de grootste Amerikaanse schrijver onder de kluizenaars. Want, mijn god, wat is die man een Kluizenaar geweest (let op het hoofdlettergebruik in deze zin)! En dat sinds 1953. Zelfs in dat gat in New Hampshire zagen ze 'm amper. Bovendien wisten de gatgenoten: kop houen als er weer een journalist de 'dirt road' af kwam zakken. Anders kregen ze het met Salinger aan de stok. 'Wie, Salinger? Nee, nooit van gehoord. Probeert u het 's in Hickville, da's zo'n veertig mijl die kant op. Of die kant, kweenie precies.'

Hij ging in vrijwillige ballingschap om 'goddamn stupid conversation with anybody' te vermijden. De hele wereld moet dus in zijn ogen uit phoneys and goddam basterds hebben bestaan, een visie waarin hij 'weliswaar niet helemaal ongelijk heeft, maar waardoor hij de wereld noch voor zichzelf, noch voor anderen aangenamer maakt', om Goethe over Beethoven aan te halen. Wat dreef die man om zich zo radicaal terug te trekken?

Zo'n dikke 57 jaar lang jezelf begraven in de binnenlanden, de fanmail laten verbranden door je literaire agent, ondertussen gestaag doorschrijven en dan rustig op 91-jarige leeftijd de pijp aan Maarten geven. Ik vind het grenzen aan het onmenselijke wat geestelijke discipline betreft. Oftewel, ik begrijp er niets van hoe je dat kunt volhouden. Schrijven (en goed: ken je niks van Salinger, lees dan als voorproefje het verhaal 'A perfect day for bananafish' uit Nine Stories en wees gerust een half uur van de kaart) schrijven dus en dan niks publiceren. Dat lijkt op Glenn Gould die alleen nog maar studio-opnames wilde maken en geen live-concerten.
Rare vergelijking?

Ik lees net Salingers beroemdste boek The Catcher in the Rye ('Aha! Betrapt!!') en kom bij de passage dat Holden Caulfield midden in een godverlaten decembernacht een nachtclub in New York betreedt en dan de eigenaar briljant piano hoort spelen. Als de man klaar is, en het publiek hem uitzinnig bejubeld, staat er te lezen:

"I swear to God, if I were a piano player (...) and all those dopes thought I was terrific, I'd hate it. I wouldn't even want them to clap for me. People always clap for the wrong things. If I were a piano player, I'd play it in the goddam closet." (mijn vet en cursief - LS)

Holden Caulfield is natuurlijk Salinger niet, maar de afkeer van publieke bewondering, het wantrouwen ook tegen een collectieve verering, het verlangen om in afzondering te scheppen, dat zijn klaarblijkelijk fundamentele ingrediënten van Salingers kijk op de wereld. En dat de passage de vergelijking met Glenn Gould minder vergezocht maakt, is een mooie bonus.