Gisteravond, De Vereeniging, een van 's werelds mooiste concertzalen (vinden ondermeer Frans Brüggen en het Tokyo Strijkkwartet). Alles was er om op je hoede te zijn: grote bewondering en fascinatie voor de pianist in kwestie, een heerlijke lenteavond, het beste gezelschap (E-Flor, ik aanbid je!), een veelbelovend programma en een heldere geest. Moest dat niet ergens mis gaan? Nee.
Alexandre Tharaud, piano, en Jean-Guihen Queyras, cello, speelden gisteravond de sterren van de hemel. Debussy, Schubert, Berg, Brahms en als toegift nog eens Debussy, alles klonk met ogenschijnlijk gemak slank, fijnzinnig, dieppeilend, ontroerend en alsof het zo en niet anders hoorde te klinken, maar tegelijk overrompelend anders. Vooral de Brahms was een wonder van helderheid en glans, ontdaan van alle Duitse speklagen en omfloersingen. Grandioos. Het publiek was wildenthousiast en terecht: dit was het hoogtepunt van een seizoen kamermuziek in Nijmegen.
En passant kregen de heren ook nog eens een Edison uit handen van Hans (Avro) van den Boom, voor hun cd met de sonates van Debussy en Poulenc. De overhandiging was niet zonder talige onhandigheden en ik betwijfelde even of Tharaud en Queyras wel wisten wat ze met deze clowneske, maar charmante Nederlandse meneer aan moesten, maar hij mompelde iets tegen ze van 'jury..... muzikaliteit.... prix..... Edison...' en ze kregen iets zwaars in handen geduwd, dus het zou wel goed zijn. Bovendien applaudiseerde het publiek als gekken. Later bedacht ik dat ze toch hoogstwaarschijnlijk ingeseind waren, maar of ze deze typisch Avro-mengeling van hoge en lage cultuur erbij voorzien hadden? Zeer waarschijnlijk niet.
Na afloop van het concert was het dringen geblazen bij de tafel van boek- en muziekhandel Roelants: de cd's van beide musici vlogen over de tafel, vooral de opname van Schubert's Arpeggione-sonate. En verdraaid, net had ik me tot vooraan de tafel gewurmd en speurde ik reikhalzend naar de Debussy/Poulenc-cd of daar schoven Alexandre en Jean-Guihen vlak onder mijn neus aan de overkant van de tafel aan, bereidwillig glimlachend en klaar om te signeren. Ik kocht de cd, ordinair in het blikveld van Tharaud wapperend met geld (hij wierp er een korte en klinische blik op), scheurde gehaast het cellofaan eraf en overhandigde hem aan de pianist. Door de drukte duurde het even voordat Jean-Guihen ook kon signeren, maar met een welwillende glimlach van beide heren kreeg ik de cd terug, met hun beider handtekening. Ik was weer even twaalf of daaromtrent en de daaropvolgende vijftien minuten helemaal van de kaart. Inmidddels heb ik ook een gesigneerd exemplaar weten te bemachtigen van de Ravel-dubbelcd van Tharaud.
Intelligent, speeltechnisch volmaakt, fijnzinnig en aangenaam eigenzinnig, dat is deze 'rare snijboon' Alexandre Tharaud: wie het niet gelooft, aanschouwe Tic toc choc op Youtube. En dan meteen door naar Couperin, Rameau, Bach, Chopin, Ravel en vele anderen componisten zoals ze door Alexandre le Grand onder handen zijn genomen!