maandag 11 februari 2013

Stoner


Van de Amerikaanse schrijver John Edward Williams las ik dit weekend de roman Stoner uit 1965 (heruitgave 2007, Nederlandse vertaling 2012). Nooit van gehoord, niet van de schrijver, niet van het boek. Waarom niet? 'Waarom is dit niet bekend als meesterwerk?' vroeg C.P. Snow zich af in de jaren zeventig. Want dat is het: een meesterwerk.

William Stoner is een unversiteitsdocent van armoedige boerenkomaf, die kort na het begin van zijn studie landbouwkunde door de literatuur wordt gegrepen en op de universiteit waar hij studeert een baan voor het leven krijgt. Hij trouwt (ongelukkig), onderwijst (middelmatig met uitschieters naar boven), publiceert (weinig en van beperkte kwaliteit), heeft een affaire (gelukkig, maar door intriges afgebroken), wordt vader (van een dochter die aan de drank raakt), wordt slachtoffer van een haatdragende collega, krijgt kanker en sterft. Een middelmatig leven van een middelmatig mens. Maar...
Ik ken geen schrijver, die zijn hoofdpersoon zo zuiver weet te treffen in zijn ambities, frustraties, tegenslag en onvermogen als Williams. Ik bedoel 'zuiver' in alle betekenissen van het woord. Hij portretteert namelijk niet sardonisch, ironisch, melancholisch of verontwaardigd, maar met een zuiverheid die op koele objectiviteit kan lijken, maar in feite maar met één woord te omschrijven is: liefde. Williams houdt van zijn hoofdpersoon en stelt heel zijn schrijvend vermogen - en dan hebben we het over een immens kapitaal, want wat kan deze man schrijven! - in dienst van een eerlijk, ontroerend, hartverscheurend relaas van diens leven. Zonder het geringste effectbejag, want dat is misschien wel het geheim van zijn kunst, van alle grootse kunst: dat je de emotie niet beschrijft, maar bij de lezer oproept.

Vaak zit hem dat bij Williams in kleine zinnetjes aan het eind van een alinea of grotere passsage, als een goede verhalenverteller die de 'twist' van zijn verhaal in de laatste zinnen legt. (Williams heeft uitsluitend romans en dichtbundels geschreven, maar hij zou een fantastische verhalenschrijver kunnen zijn geweest.)  En dan is er nog de onstuitbare opeenvolging van memorabele scenes: de huwelijksconflicten als gevolg van het woestmakende onvermogen van Stoners vrouw om zich te geven en later om zich te bevrijden van haar haat jegens Stoner, de aanvaringen met een jonge, arrogante en geheel door zijn aartsvijand Lomax gestuurde student, het verlies van David Masters, een van Stoners zeldzame vrienden, een zeldzaam moment van stille triomf als Stoner erin slaagt Lomax' vuige plannen te dwarsbomen, en (letterlijk) niet te vergeten de liefdesscenes met zijn geliefde en tot slot, het sterfbed van Stoner.

De neiging om te citeren is groot, ook al omdat Williams zo adembenemend mooi schrijft, zonder krullentrekkerij, met een prachtige cadans en een trefzeker vocabulair. Maar ik doe het niet: ik realiseer me, telkens als ik een citaat heb uitgekozen en het zo geisoleerd overlees, dat het Williams en zijn magistrale roman tekort doet. Lees het hele boek. De vraag is na de laatste bladzijde alleen: wat lees ik godsnaam hierna nog? Er is maar één antwoord mogelijk: hetzelfde boek nog een keer.