De volgende dag ontbeten we in het gezellige benedenzaaltje (zie foto)
en vertrokken we vroeg naar het oostelijker gelegen deel van de Pyreneeën: het weer zou daar beter zijn. Maar eerst moesten we weer langs Lourdes. De grauwsluier van de vorige dag hing er weer. Het regende gestaag. Van opklaringen geen spoor. En zo zagen we tot tweemaal toe vanuit de verte een in nevelen gehuld Lourdes, en zonder ook maar een glimp van het bedevaartgedeelte te kunnen opvangen. Maria, Sterre der Zee, Moeder van Eeuwigdurende Bijstand, liet Gods water over haar eigenste akker lopen en schonk daarbij geen Troost, zelfs geen bakkie, maar dat laatste was niet echt erg, want de koffie is in Frankrijk vrijwel nergens te genieten. Ze zal het ons wel niet gegund hebben, wat ik niet goed begrijp, want ik had het mooi-katholieke boek Lourdes en de massa in mijn handbagage. Van genezing of beterschap na thuiskomst - vaak genoeg vermeld in de verhalen van bedevaartgangers die vergeefs leken te zijn afgereisd naar Maria's dependance op aarde - was ook al geen sprake: ik bracht mijn eerste werkweek ziek thuis in bed door. Ook Maria's wegen zijn ondoorgrondelijk....