vrijdag 17 juli 2009

Lourdes

Op de vlucht voor het al te warme weer in de Ardèche (op één parkeerplaats werd 42 graden gemeten...), kozen we voor de Pyreneeën in de hoop op verkoeling. Die kregen we meer dan we gevraagd hadden. Even voorbij Toulouse trok de hemel genadeloos dicht en verdonkerde angstwekkend, om vlak voor de afslag naar Lourdes te ontaarden in een waar noodweer met slagregens en naar verhouding Siberische temperaturen. Wanhopig speurden we naar lichtere vlekken in het wolkendek of aan de einder (voor zover die te onderscheiden was), maar uiteindelijk strandden we in Argelès-Cazost. In een hotel met de tamelijk fantasieloze naam Hotel des Pyrenées. Toen wijzelf warm geworden waren en de machteloze woede bekoeld was, klaarde het zowaar op. We konden op het overdekte terras eten. Met uitzicht op negentig geparkeerde (of gestrande?) autos.
De volgende dag ontbeten we in het gezellige benedenzaaltje (zie foto)
en vertrokken we vroeg naar het oostelijker gelegen deel van de Pyreneeën: het weer zou daar beter zijn. Maar eerst moesten we weer langs Lourdes. De grauwsluier van de vorige dag hing er weer. Het regende gestaag. Van opklaringen geen spoor.

En zo zagen we tot tweemaal toe vanuit de verte een in nevelen gehuld Lourdes, en zonder ook maar een glimp van het bedevaartgedeelte te kunnen opvangen. Maria, Sterre der Zee, Moeder van Eeuwigdurende Bijstand, liet Gods water over haar eigenste akker lopen en schonk daarbij geen Troost, zelfs geen bakkie, maar dat laatste was niet echt erg, want de koffie is in Frankrijk vrijwel nergens te genieten. Ze zal het ons wel niet gegund hebben, wat ik niet goed begrijp, want ik had het mooi-katholieke boek Lourdes en de massa in mijn handbagage. Van genezing of beterschap na thuiskomst - vaak genoeg vermeld in de verhalen van bedevaartgangers die vergeefs leken te zijn afgereisd naar Maria's dependance op aarde - was ook al geen sprake: ik bracht mijn eerste werkweek ziek thuis in bed door. Ook Maria's wegen zijn ondoorgrondelijk....