Na dit voorlopige hoogtepunt van het boek, sloot ik het voor korte tijd om even bij te komen van zoveel briljant verwoord cultuurpessimisme en besloot in een opwelling even later een willekeurig essay over een van Sebald's literaire helden te lezen. Ik koos voor 'Droomtexturen: kleine notitie over Nabokov'. Het blijkt te gaan over een wezenskenmerk van Nabokov's schrijversschap, die iedereen bekend zal voorkomen die iets van deze woordtovenaar gelezen heeft, namelijk zijn neiging om zijn figuren van buitenaf en zelfs van bovenaf te beschouwen: 'In elk geval wekken de meest briljante passages van zijn proza vaak de indruk dat ons doen en laten in de wereld wordt geobserveerd door een buitenaardse soort die nog in geen enkele taxonomie voorkomt en waarvan de afgezanten zo nu en dan een gastrol spelen in het toneelstuk dat door de levenden wordt opgevoerd. Zoals wij hen zien, zo zien zij ons vervolgens, aldus Nabokovs veronderstelling, als vluchtige, transparante wezens met een onzekere afkomst en bestemming. (...) Stil, bezorgd en bedroefd, lijden ze er kennelijk zeer onder dat ze buiten de maatschappij zijn gesloten, daarom zitten ze ook meestal, aldus Nabokov, wat terzijde en staren ze ernstig voor zich uit naar de grond, alsof de dood een donkere vlek of een schandelijk familiegeheim is.' (p. 189) Een treffende gelijkenis tussen de Corsicaanse doden en Nabokovs figuren.
Is het nu toeval dat ik die twee fragmenten uit het oeuvre van Sebald zo achter elkaar heb gelezen? Het moet nog bewezen worden door wat ik verder in Campo Santo tegenkom, maar mijn sterke vermoeden is: nee. Het is een volmaakte illustratie van de kracht van Sebald, die zich in alles een kampioen van het beschrijven van herinnering en vergetelheid toont, en voor zijn niet aflatende gevecht tegen het vergeten en niet-herinneren en zijn 'verlangen naar de opheffing van de tijd [dat] zich uitsluitend kan waarmaken wanneer de allang in vergetelheid geraakte dingen uiterst nauwkeurig worden opgeroepen'. Dat laatste ziet Sebald door Nabokov het beste gerealiseerd worden, maar hij kan er zelf ook wat van, zoals hij met name in Austerlitz en De ringen van Saturnus heeft aangetoond.