zondag 16 oktober 2011

De boekenbusiness van André Schiffrin

De boekenbusinessHa! Lekker ongegeneerd reclame maken voor een boek:

André Schiffrin is een Amerikaanse uitgever, die vanaf de jaren vijftig twee belangrijke vooruitstrevende en voorbeeldige uitgeverijen heeft gerund: Pantheon Books en The New Press. Nieuwe ideeën aanreiken, nieuwe Amerikaanse en onbekende Europese auteurs in de VS introduceren, het maatschappelijk debat stimuleren, dat was zijn manier van uitgeven. Met nadruk "was", want Schiffrin (76) is in ruste, voor zover zo'n bezige geest in ruste kan zijn. "Was" ook, omdat zijn manier van uitgeven met uitroeiing bedreigd wordt, zo betoogt hij in zijn boek The business of books: how international conglomerates took over publishing and changed the way we read (2000, herziene uitgave 2001). Een gedreven boek, een fel pleidooi voor het in stand houden van een bedreigde mensensoort: uitgevers die met een open oog en een geïnformeerde geest rondkijken en boeken durven uit te geven die ons op andere gedachten kunnen brengen. Hoe dat economisch te verantwoorden is? Ja, dat is de eerste (typerend Zeitgemässe) vraag die men zich tegenwoordig stelt en het antwoord is niet gemakkelijk, maar ligt in de buurt van het ideaal dat goddank hier in Nederland en elders nog wel wordt benaderd: men geeft dit soort boeken uit met het geld dat op andere, beter verkopende boeken uit het eigen fonds wordt verdiend. Uitgeverij Wereldbibliotheek gaf de vertaling van Schiffrin uit en dat is tegelijkertijd een aardig voorbeeld van zo'n aanpak: dankzij hun bestsellerauteur Isabel Allende zijn uitgaven als De boekenbusiness mogelijk.

Op maandag 26 september werd de auteur naar Amsterdam gehaald om het verschijnen van de vertaling luister bij te zetten. In de bibliotheek van het Nederlands Letterenfonds waren een groot aantal personen uit het boekenvak bijeen om de maestro zelf te aanhoren. Na Schiffrin sprak Laurens van Krevelen, oud-directeur van Meulenhoff en schrijver van het nawoord bij de Nederlandse editie, waarna een panel onder leiding van Xandra Schutte (De groene Amsterdammer) over de Nederlandse situatie discussieerde. Over het belang van Schiffrins boek was iedereen het eens, over de geldigheid voor Nederland was men verdeeld.

Schiffrin schreef overigens nog meer, onder andere een vervolg op het genoemde boek uit 2000: Words and Money (2010), waarin hij de veranderingen van de laatste tien jaar meeneemt en tegelijkertijd het perspectief breder maakt door ook andere media (film, boekhandel, distributiekanalen enz.) in het verhaal te betrekken. Maar mooier nog dan deze beide boeken is een in 2007 verschenen autobiografie, A political education, waarin zijn beroep overigens een zeer belangrijke rol speelt. Het is een zeer meeslepend boek geworden, niet in de laatste plaats vanwege de vele fascinerende contacten, ontmoetingen en vriendschappen die André Schiffrin (hij is van Russisch-joodse afkomst: zijn vader was Jacques Schiffrin, de man die de Bibliothèque de la Pléiade heeft bedacht) in de loop van zijn leven heeft gehad (en nog altijd heeft). Het is ook een leven vol abrupte wendingen en onvoorziene inbreuken van buitenaf, te beginnen met de gedwongen vlucht uit Frankrijk in 1941.

Van dat boek zou ook eens een vertaling moeten komen!...

vrijdag 7 oktober 2011

Buitenvetter

Normaal gesproken ben ik zelf meer een 'buitenstapper' en een 'binnenvetter'...

zaterdag 10 september 2011

Stil gebed


Eind augustus 2011, een warme asfaltweg ergens in de Franse Cevennen. Af en toe scheurt er een oude Peugeot of Renault voorbij, at breakneck speed, bestuurd door een onverstoorbaar kijkend oud Fransmannetje, voor de rest ist alles Ruh' op deze bergtop. Bij die stilte hoort een gebed, dat in dit geval wordt opgezegd door een roerloze Mantis religiosa, een lid van de familie der bidsprinkhanen. Van dichterbij bekeken (roerloos bleef-tie) bleek zijn aandacht toch vooral op mij en de cameralens gericht en minder op zijn Maker in den hoge. Een alert wezen, klaar voor de aanval, niet voor de vlucht, want toen ik hem (of haar) nog dichter benaderde in de hoop dat hij weg zou springen, zodat Mantis' naasten van een tot twee dimensies gereduceerd familielid verschoond zouden blijven, bleef hij onwrikbaar en onbeweeglijk waar-ie zat en moest ik hem met dringende duwtjes tegen zijn achterkant van de weg af dwingen.


En voor het eerst in lange tijd verzuchtte ik,
de in het overige bermgroen oplossende bidsprinkhaan nakijkend:
'Amen'.


(met dank aan de feilloos determinerende reactie van Jacques)

donderdag 21 juli 2011

Stijlvol !

Over die broer van mij - u weet wel, meneer Nurks - heb ik al wel eens verteld, maar kent u mijn zus al? "Zal ook wel fictief zijn"... hoor ik dat goed? Nee dame/heer, mijn zus is niet fictief, gefingeerd, verzonnen, bedacht en al helemaal niet nurks! Niet dat ik haar hier in persoon ga opvoeren, dus echt bewijs heb ik niet, maar ik laat wel iets van haar zien. Iets waar ze mee bezig is en wat ik u niet wil of mag onthouden:

http://stijlcabinet.com/

Ja, nee, kijkt u maar even wat langer! Klik door, browse, blader, en verbaas u over zoveel moois en mooi gevondens bij elkaar.
Voor zover de site niet voor zich spreekt: Zus doet research en maakt van de archieven van mode-, design- en ambachtsbedrijven een visuele presentatie waar je U tegen zegt. Met alle zorgvuldigheid en schoonheidslievendheid die in haar is. Of ik trots op haar ben? Jazéker wel!

vrijdag 15 juli 2011

'Had u al een jubileum gehad mevrouwtje?'

'Jazeker, al menig jubileum!'
Als je negentig wordt, is dat ook niet zo gek natuurlijk. Vijftig worden is al een mooie mijlpaal (weet ik uit eigen ervaring), en vijfentwintig of veertig jaar getrouwd zijn, lijkt me ook een prestatie en het vieren waard. Maar negentig worden! Goed, de mobiliteit laat te wensen over, to put it mildly, maar goddorie, dat koppie gaat nog heel goed mee, idem. 'U heeft ze alle 120 procent nog', zei een van de vele, vele specialisten die mijn moeder de afgelopen jaren moest bezoeken. Je hoeft haar niets wijs te maken over het nieuws, wereldwijd en Nijmeegs: ze houdt het allemaal bij.
En wat in principe een vervelende combinatie kan zijn - scherp van geest en een lichaam dat daar steeds verder bij achterblijft - is bij mijn moeder geworden tot hooguit privé eens een klacht, maar als je bij haar langsgaat of een uitstapje met haar maakt, is ze gewoon een plezier om mee om te gaan.
Dus stap ik vandaag met extra opgewekte tred door het leven: ik ben de zoon van een sterke en lieve moeder van negentig. Een foto uit haar jeugd is er niet meer: de hele inboedel van haar ouderlijk huis aan de Hugo de Grootstraat ging aan het eind van de oorlog (Nijmegen frontstad) in vlammen op. Dus neem ik mijn toevlucht tot een min of meer willekeurige foto van communicantjes uit 1921. Ze zou er zomaar tussen kunnen staan:

vrijdag 17 juni 2011

Sherwood Anderson


Winesburg, Ohio verscheen voor het eerst in 1919. Het heeft sindsdien de status verworven van een twintigste-eeuwse klassieker binnen de Amerikaanse letterkunde. De auteur, Sherwood Anderson, heeft grote invloed uitgeoefend op veel beroemdere schrijvers als Hemingway en Scott Fitzgerald. So what? zult u zeggen; er zijn zoveel klassiekers en m'n hoofd zit al vol. Zo dacht ik er ook over. Tot iemand me op het boek wees: het is onlangs in een nieuwe Nederlandse vertaling (door Nele Ysenbaert) verschenen bij Van Oorschot en de vertaling moet het begin markeren van een nieuwe reeks, de Amerikaanse Bibliotheek. Nieuwsgierig geworden schafte ik het boek aan (als e-boek in een betrouwbare Modern Library-editie) en begon te lezen.

Wat begint als een ogenschijnlijk eenvoudige reeks korte vertellingen, eindigt als een verpletterende hommage aan de verscheidenheid van het Leven. Een onbeduidend Amerikaans stadje met een beperkt aantal inwoners is aanleiding voor een dieppeilende beschouwing van individuele levens, die in onopgesmukte, maar uiterst doeltreffende taal een totaal onvermoede glans verkrijgen. Soms is Andersons stijl op het bijbelse af, zoals in de vier vertellingen waarin boer-tegen-wil-en-dank Jesse centraal staat. Zijn groeiend religieus fanatisme maakt hem tot een gesel Gods en de scène waarin hij onbewust zijn kleinzoon David de stuipen op het lijf jaagt in een poging zichzelf op te zwepen tot het enige ware doorgeefluik van God, is onvergetelijk. De jongen vlucht in blinde paniek weg van de oude man, die hem  met een mes in de hand lijkt te achtervolgen (hij wil slechts het lam slachten dat de jongen bij zich had). De jongen pakt zijn katapult en treft de grootvader, die als Goliath ter aarde stort. Naderhand is de oude man (die slechts bewusteloos raakte) tot geen ander commentaar over de kwestie te verleiden dan dat hij ervan overtuigd is dat de jongen - die sinds het voorval spoorloos is -  door een boodschapper van God is meegenomen, als straf voor zijn al te gretig streven naar de glorie Gods.

Centrale figuur is George Willard, die als journalist voor het plaatselijke sufferdje met vrijwel alle bewoners van Winesburg contact heeft en in wie een zelfportret van Anderson op jeugdige leeftijd te ontdekken is. Een van de meest cruciale ontmoetingen die Willard heeft is die met de gedoemde dokter Parcival, die zelf een boek had willen schrijven op basis van de simpele overtuiging dat iedereen in de wereld Christus is en gekruisigd zal worden. Het boek is er goddank gekomen en ligt nu in de boekhandel.

maandag 30 mei 2011

Korte Broekjesdag

Ik refereer niet graag aan Martin Bril. Die schreef best aardige en soms briljante dingen, maar die door de Volkskrant in gang gezette adoratie: bah! Maar nou moet het toch maar, omdat mij eenzelfde onrustgevoel overvalt als hem. Hij vond er de term Rokjesdag voor uit, als personen van de vrouwelijke overtuiging zich voor het eerst in rokjes over straat wagen.

Vandaag is het warm, heel warm. Maar Rokjesdag 2011 is allang geweest. Vandaag is het Korte Broekjesdag.

Korte broekjes gedragen door vrouwen, bedoel ik. Van korte broeken door mannen gedragen wil ik om meer dan één reden niks weten. Jonge vrouwen lopen hier al de godganse dag af en aan met al dan niet tot in de hemel reikende blote benen die pas ophouden als de al dan niet gerafelde zoom van een ZKB'tje (een Zeer Kort Broekje: ja, A.L. Snijders met je vervelende ZKV's: bedankt!) eindelijk in beeld komt. En ik zeg u: het Rokje is verleidelijk, maar het ZKB'tje, liefst in combinatie met een paar welgeschapen benen én... nee, geen naaldhakken, maar korte laarsjes, dat is om Sprakeloos van te worden. Vandaar dat ik vandaag uitroep tot Korte Broekjesdag 2011.

Grunberg schreef het al naar aanleiding van de Strauss-Kahn-affaire: "Alle mannen worden uiteindelijk vieze oude mannen." He can rest his case.

zaterdag 16 april 2011

Beethoven

Hè hè, het is me gelukt. Vorig jaar januari kocht ik de nieuwe Beethoven-biografie van Jan Caeyers, las me een gelukzalig end weg tot over de helft, en toen kwam de klad erin. Niet door Caeyers, ondanks zijn wat idiosyncratisch taalgebruik (hij noemt mevrouw Brentano een 'starfucker', doet regelmatig een beroep op modern managementjargon en gebruikt in de laatste 75 bladzijden wel vijftien keer de uitdrukking 'dixit'), maar door mijn eigen behoefte aan afwisseling. Nu onlangs pakte ik het boek weer op en las het in één adem uit. Wat overigens misschien te snel is, want het aangename van zo'n componistenbiografie is natuurlijk dat je het besproken werk er af en toe even bijhaalt en beluistert. Dat heb ik nu de laatste 100 bladzijden ook wel gedaan, maar dat had effectiever en uitgebreider gekund. Desalniettemin heb ik, aangespoord door de beschrijvingen, delen van de laatste strijkkwartetten als nieuw weten te beluisteren en de Bagatellen opus 126 leren kennen. Waarvoor dank, Jan Caeyers.
En voor meer, veel meer. Wat een geweldige biografie! Met superieur gemak worden traditionele opvattingen over The Old Ludwig Van onderuit gehaald, terwijl het geworstel en het diepmenselijke van de componist glashelder voor ogen blijft staan. Wat een verschil met de eveneens doorwrochte biografie van Maynard Solomon! Daarin gaat het leven van Beethoven tenonder aan (vooral psychoanalytisch geöriënteerde) wetenschappelijk verantwoorde analyses: 'gelehrt, gelehrt, immer gelehrt', zou je kunnen zeggen, naar de woorden van een verbijsterde muziekcriticus uit Beethovens tijd over diens vioolsonates.
Naast heel die presentatie van een up-to-date beeld van Beethoven en het Beethovenonderzoek: hoe mooi en knap en geraffineerd is het niet, om een biografie zo te eindigen dat de lezer de tranen in de ogen staan....

donderdag 14 april 2011

Spam

Den lezer heil, maar ik maak kort even melding van onheil.

Er komen allerlei uiterst lovende reacties binnen, in het Engels, van onbekenden met rare namen. Eerste en tweede reactie: 'Ach, wat leu... wel gvd! Spam!! Hier ook al!!!'
Dus ben ik weer gedwongen terug te keren naar woordverificatie bij het plaatsen van reacties. Vervelend, maar het bespaart me (hopelijk) veel onzinnige en irritante reacties. Ga ondertussen, dierbare lezer, door met het plaatsen van uw zinnige reacties...

maandag 7 maart 2011

Orkestliederen

Het lied en de liedkunst zijn wat mij betreft wat ondergeschoven kindjes in mijn nimmer verflauwende belangstelling voor klassieke muziek, met uitzondering van het zogeheten orkestlied. Dat aparte genre kan zich al heel lang in mijn belangstelling verheugen. Een zanger, maar liever nog een zangeres jubelt en kweelt met begeleiding door een heus orkest. Goede voorbeelden zijn natuurlijk de liedercycli van Gustav Mahler (Rückertlieder, Kindertotenlieder, Lieder eines fahrenden Gesellen), Richard Strauss (Vier letzte Lieder en veel andere liederen), Richard Wagner (Wesendocklieder) en Alban Berg (Sieben frühe Lieder).


Ik ontdek er echter telkens weer meer, zoals onlangs het schitterende Il Tramonto van Ottorino Respighi, die bovendien ook andere Shelleygedichten aldus bewerkte (Aretusa, La Sensitiva). De speurtocht gaat door, zeker nu ik door Spotify (ik weet het, beste lezer, ik dreig in herhaling te vervallen) op de meest vreemde en opwindende zijpaden wordt geleid. Van Ravel (Sheherazade) tot Martucci (Notturno), van Britten (Serenade) tot Diepenbrock (Hymnen an die Nacht), van Hendrik Andriessen (Miroir de peine, een regelrechte ontdekking!) tot Lutoslawski (Les espaces du sommeil)... Ik kan er niet genoeg van krijgen. Het is een meer dan verleidelijk genre, dat orkestlied, en het is niet verbazingwekkend dat het in de laat-Romantiek tot grote bloei is gekomen: expressie tot het uiterste gevoerd, dankzij de combinatie van het brede orkestpalet en de menselijke (lees vooral: vrouwelijke) stem.


Op wikipedia is een mooie, maar uiteraard onvolledige opsomming te vinden van de belangrijkste orkestliederen. Daar ontbreken dan bijvoorbeeld nog de hierboven genoemde Martucci en Moessorgski (Liederen en dansen van de dood, orkestratie door Sjostakovitsj) en godweet wat nog meer. Heeft u suggesties, laat maar weten!

zaterdag 26 februari 2011

Interview met Murakami

‘Schrijven is graven, steeds maar dieper’ - Archief - VK

Bij het doorspitten van oude boekenbijlagen - een van die vele zaken die ik moet laten oplopen om er goed mee aan de slag te kunnen - kwam ik dit zeldzame interview met Murakami weer tegen. Ik had het natuurlijk destijds meteen al gezien en gelezen, maar er verder nog niets mee gedaan. Meestal knip ik zoiets uit, stop het in een van de relevante boeken, maar moet dan na verloop van tijd de boekenkast weer helemaal uitmesten, waarbij al die knipsels rigoureus in de papierbak verdwijnen. Nu zocht ik naar een digitale weg van bewaren en lijk die nu gevonden te hebben. Maar hoelang blijft de link bestaan?... Minder lang dan het werk van Murakami, zoveel lijkt me zeker.

maandag 21 februari 2011

Lindh


Ja hoor, zesenvijftig istie en nou komt de ouwe hippie in 'm boven! Zit-ie te klooien met z'n Spotify-speeltje, denkt-ie: "Kdoe es gek en zoek naar Björn J:son Lindh, for old times' sake". Hij zoekt, vindt, luistert en is weer verkocht!!! Geloven jullie dat?! De man van: "I'm strictly classical" luistert weer naar funky music en zit te swingen op z'n stoel. Probeer nummers van het album Guldkorn als 'Lastbrygga' en 'Kullens fyr' en verrek net zoals hij een rugspier van gekkigheid en plezier!


Ken u nog fluiten, fluit dan mee!!!


(Op Youtube is wel wat Lindh-moois te vinden zoals dit nummer)

maandag 31 januari 2011

QR-code

Ja, ik weet het pas sinds vanmorgen, maar dit is een QR-code. Eigenlijk een andere vorm van de bekende barcode. Je kunt er allerhande informatie mee toegankelijk maken. Oorspronkelijk is het ontworpen voor de Japanse autoindustrie om al die verschillende moertjes, schroefjes en versnellingspookjes mee uit elkaar te houden. Maar de toepasbaarheid bleek enorm veel groter en inmiddels zijn die codes zelf aan te maken en vervolgens ergens op aan te brengen, zodat de gelukkige bezitter van een smartphone (ik hoor d'r helemaal bij!) met ingebouwde camera een snelle scan maakt van dit zwartwit vlekje om vervolgens naar een website of een tekst te worden doorgestuurd met meer informatie.
Probeer het maar met bijgaand voorbeeld. Heb ik vanmorgen zelf gemaakt ten behoeve van een tentoonstelling over een boek dat 500 jaar geleden verscheen.

maandag 17 januari 2011

Blue Monday

Mijn broer leefde gisteren helemaal op toen hij het volgende bericht begon te lezen:

Blue Monday: de meest deprimerende dag van het jaar.
Door het slechte weer in januari worden sowieso al meer mensen somber. Daarnaast realiseren mensen zich in de derde week van januari vaak dat ze hun goede voornemens al hebben verbroken en dat het lang duurt voordat ze weer vakantie hebben. Ook zijn de meeste mensen blut door de feestdagen, terwijl veel rekeningen in de derde week van de maand binnenkomen.


Goede voornemens had-tie al niet, vakantie heeft-ie al jaaaaren, maar geen werk, en over geld hoeven we het helemáál niet te hebben. De ideale dag voor meneer Nurks dus: in ieder geval één dag in het jaar die hem op het lijf geschreven is en waar hij ongegeneerd zichzelf kan zijn!

Maar de rest van het artikel joeg hem gezwind weer weg uit deze verruktheid: de dag moest bestreden worden, schreef men! En hoe!!

Zo pak je Blue Monday aan
Eet chocola bij het ontbijt
Geniet van je tuin/terras/balkon
Zeg een vergadering af (ja, 's even kijken welke!)
Pak elk zonnestraaltje mee
Eet bosbessen en granaatappel
Boek een vakantie
(!!!)
Ga uit eten met dikke vrienden (Wááát??)
Maak een nieuwe playlist voor tijdens het sporten (Een playlist?? Sporten????!)
Eet chili (Drinken zullen ze bedoelen!)
Beur iemand op (met mijn rug zeker!)

Getverdemme! De enige redding: dit allemaal niet doen. Geen straf trouwens, want het meeste zou-ie toch al niet doen (bosbessen, dikke vrienden of chili opbeuren: ja, bekijk het!). En dan de nekslag:

Als het allemaal niet helpt:
Ga lekker een uurtje eerder naar bed


Mijn broer gaat vannacht héééél laat naar bed, dat weet-ie nu al!

zondag 16 januari 2011

Vliegende opa

Ik kan het niet laten: ook langs deze weg wil ik graag melding maken van het feit dat mijn opa van moederskant, Leo van Geffen, in april 1910 als eerste en enige in Nijmegen een geslaagde vlucht heeft gemaakt met een zelfgebouwde vliegmachine. Hij is daarmee de officieel als eerste geregistreerde vlucht in Nederland - die van Jan Hilgers in juli 1910 - ver voor geweest.

In het decembernummer van Nijmeegs Katern, een periodieke publicatie van de historische vereniging Numaga te Nijmegen, heb ik uitvoerig verslag gedaan van wat ik heb weten te vinden over mijn opa, de vliegpionier. Uitgangspunt is de hier afgebeelde foto geweest, die allang in de familie circuleerde en waarop mijn opa en twee van zijn broers staan afgebeeld met een zelfgebouwd vliegtuig, aangedreven door een fiets. Sinds het verschijnen van dat artikel ben ik alweer meer aan de weet gekomen, dus dit stukje onbekende vlieghistorie krijgt nog een staartje! Een groot artikel in De Gelderlander van 5 januari jl. over mijn bevindingen in Nijmeegs Katern leverde ook leuke en leerzame reacties op. Voorlopig blijft mijn conclusie onaangetast dat de stad Nijmegen er met opa van Geffen een luchtvaartpionier bij heeft: de titel "Nijmeegsche vliegmensch" (De Gelderlander 26 oktober 1909) heeft hij met ere verdiend!

woensdag 12 januari 2011

Čapek

Nee, echt zin om nog romans te lezen heb ik niet. Dat was begin vorig jaar al een wat bedroefd stemmende conclusie, waar ik me er goddank (?) in 2010 niet op heb vastgepind, maar hetzelfde gevoel overviel me nu weer: waarom nog romans lezen en zeker hedendaagse romans, die toch allemaal onveranderlijk worden aangeprezen als meesterwerken. Als het dan moet, dan maar herlezen: zoals ik al eerder schreef, een ervaring apart.
En dan toch, als door een magische kracht er naartoe getrokken, zie je een boek liggen dat je eenvoudigweg moet kopen en lezen. Het overkwam me vandaag in boekhandel Augustinus, een prettige boekwinkel met lieve, hulpvaardige mensen achter de toonbank. Met grote banieren stond op de winkelruit: OPRUIMING. En ik weet uit ervaring dat hun kasten meestal wel een juweeltje bevatten. Zo vond ik Een doodgewoon leven (1934) van Karel Capek (1890-1938), een uitgave van Wereldbibliotheek uit 2008.
Over het boek had ik bij verschijnen al wat gelezen en het leek me toen wel wat. Nu wist ik dat wat zekerder: ik kocht het en begon vanavond te lezen. En nu wéét ik het absoluut zeker: dit is een boek voor mij (en voor u, lieve lezer!). Wat een schitterende hommage aan het leven, deze beschrijving van een doodgewoon leven, met ongewone trefzekerheid door een zogenaamd doodgewoon mens opgeschreven, waarna het manuscript door de dokter die zijn overlijden heeft vastgesteld wordt doorgegeven aan een belangstellende vage kennis van de overledene. Die voelt zich er wat verlegen mee: "Ik had niet moeten zeggen dat ik het zal lezen. 'Is het de moeite van het lezen wel waard?' vroeg hij onzeker. De dokter haalde zijn schouders op." Zo staat het in de proloog op bladzijde 7.
Ik verzeker u, waarde lezer, dat dat gebaar van de dokter het meest onterechte gebaar in de wereldliteratuur is, wat natuurlijk tegelijkertijd pleit voor de meesterhand van Capek zelf.

Naschrift (31 januari):
Ik heb het boek inmiddels uit (ja, u kijkt naar de datum: inderdaad, ik heb er lang over gedaan, maar deels ook omdat ik er iets anders van 600 bladzijden 'tussendoor' moest lezen) en ben er nog steeds verrukt van. Voor wie van het autobiografische genre houdt, is het een must, maar ook voor iedereen die op zijn eigen leven terugblikt is het een onvergetelijke leerschool. Halverwege het boek begint de autobiograaf in kwestie namelijk te twijfelen en roert zich een innerlijke stem die het geschrevene aan geheel andere interpretaties onderwerpt. Het eind van het liedje is dat er wel vijf, zes, nee zeven of acht levens te onderscheiden zijn: mijn ene leven, zo verzucht de autobiograaf, werd dus door een menigte geleefd en het vaandel met daarop in grote letters 'IK' werd door telkens een ander uit die menigte gedragen. Een doodgewoon leven blijft het, maar wel in al z'n complexiteit. Mocht u dit alles te filosofisch voorkomen: het boek is en blijft tot de laatste bladzijde leesbaar!

vrijdag 7 januari 2011

Spotify

Met een goed, geïnteresseerd en muzikaal gezelschap spelen we al jaren Discotabel na. Eén of twee fragmenten van klassieke muziekstukken worden in drie of vier uitvoeringen achter elkaar gedraaid en dan is het aan ons om commentaar te leveren en te oordelen. Af en toe verdraaid lastig en ook een beetje lachwekkend, want je vergelijkt per slot van rekening de 'groten der aarde' en dan is het niet te verwachten dat er echt 'bocht' bij zit. Maar je gaat intensiever en kritischer luisteren, waarbij verrassingen en nieuwe perspectieven nooit zijn uitgesloten en en passant enkele groten van hun voetstuk vallen. Daarnaast hebben we ook nog eens een aangename avond, ontdekken we nieuwe muziek of musici en koesteren we de uitvoeringen die ons echt gegrepen hebben.

Het is soms lastig om voldoende goede uitvoeringen bij elkaar te brengen. We zijn met z'n zevenen en bij de bekendere werken lukt het wel om drie of vier versies te kunnen presenteren, maar bij onbekender werk is dat wat moeilijker. Daar is nu een oplossing voor: Spotify. Het enige wat we nu nodig hebben is een pc of laptop (of iPad) die op boxen of een geluidsinstallatie kan worden aangesloten et voilà. Spotify is een programma waarmee bijna gratis via je pc of smartphone oceanen aan muziek kan worden beluisterd.
Ik beluister nu de Symfonische etuden van Schumann. Ik koester al jaren de uitvoering door Svjatoslav Richter, maar nu heb ik andere uitvoeringen onder handbereik, bijvoorbeeld van Ivo Pogorelich, Myra Hess, Julius Katchen, Alfred Brendel, Maurizio Pollini, Wilhelm Kempf (niks aan!), Andras Schiff en de mij onbekende Ragna Schirmer. Voor bijna gratis en voor niets. Hoe kan dat? Ga naar Spotify en ontdek het zelf. En voor veel meer dan alleen klassieke muziek!

Twee nadelen: bij het afspelen is af en toe een korte pauze hoorbaar tussen delen die in elkaar zouden moeten overgaan en er ontbreken wel eens uitvoeringen die je ook graag zou beluisteren en vergelijken. Zo is Richter niet vertegenwoordigd in het rijtje van Schumann's Symfonische etuden! En voor wie het wil weten: ik heb nog niet alle uitvoeringen beluisterd, maar Pollini is de voorloper runner-up van Richter, en Pogorelich doet eigenzinnig genoeg, maar alles dit keer binnen de grenzen van het acceptabele.