vrijdag 6 augustus 2010

Dylan


Dé literaire ontdekking van de afgelopen tijd: Dylan Thomas. Natuurlijk gebeurde dat in Wales, waar ik van alles mee naar toe had gesleept, vooral Engels en Iers, maar niets Welsh. Maar een paar dagen in het land of in de streek zelf en ik wil wel iets 'locaals' lezen, dus Dylan Thomas verscheen aan mijn horizon. Geen idee wat ik me erbij moest voorstellen: ik had nooit iets van (en nauwelijks iets óver) hem gelezen. In een boekwinkeltje vond ik de Dylan Thomas Omnibus, een uitstekende bloemlezing uit zijn werk en zeer geschikt als kennismaking, zoals spoedig bleek. Het beroemde radiospel Under Milk Wood staat erin, een selectie uit zijn gedichten en korte verhalen, en nog wat voor radio geschreven materiaal. Ik begon met Under Milk Wood, maar dat is zo'n auditief geörienteerd stuk, een kameropera zonder muziek als het ware, dat het eigenlijk niet te lezen is. Dus greep ik naar de poëzie, die ook alle baat heeft bij luid voorlezen, maar zich ook in stilte laat genieten. Niet gemakkelijk, die gedichten, maar wel van een verbijsterende rijkdom aan klanken en beelden. Ik was al half verkocht.

Maar toen las ik een paar korte verhalen ('After the fair', 'The dress', 'The vest' en een paar verhalen uit het autobiografische A Portrait of the Artist as a Young Dog) en ik was helemaal verkocht. Wat een uitzonderlijke combinatie van poëtische beelden, humor, bizarrerie en ontroerende vertelkunst! En dat alles in een taal die vraagt om langzaam lezen en (alweer) hardop lezen, vanwege de rijkdom aan klank en ritme, alsof Thomas zijn proza met een liefdevolle en kleurige voile heeft bedekt. Iedere hint van de voor proza niet ongebruikelijke feitelijkheid en zakelijkheid wordt prachtig verhuld met dit wonderlijk mooie extra kledingstuk. In 'A story' beschrijft hij een zeer omvangrijke roodharige oom in een passage die ik kan blijven overlezen:

'But there he was, always, a steaming hulk of an uncle, his braces straining like hawsers, crammed behind the counter of the tiny shop at the front of the house, and breathing like a brass band; or guzzling and blustery in the kitchen over his gutsy supper, too big for everything except the great black boats of his boots. As he ate, the house grew smaller; he billowed out over the furniture, the loud check meadow of his waistcoat littered, as though after a picnic, with cigarette ends, peelings, cabbage stalks, bird's bones, gravy; and the forest fire of his hair crackled among the hooked hams from the ceiling. On Sundays, and when pickled, he sang high tenor, and had won many cups.'

Ook als je niet alle woorden kent, is dit betoverend proza, met een cadans die een groot dichter verraadt. En zo'n zin als 'As he ate, the house grew smaller' is natuurlijk onbetaalbaar. Dylan Thomas is met een paar bladzijden opgeschoven van de horizon naar het centrum van mijn aandacht. Hugo Claus vertaalde Under Milk Wood en A Portrait, geen geringe aanbeveling. Ook ander werk van hem is inmiddels vertaald. Maar als het even kan: pak het origineel, bijvoorbeeld van een van de genoemde verhalen, lees en huiver van genot…