Ik zit inmiddels achter mijn bureau op de veranda van mijn eenvoudige, doch comfortabele nieuwe woning op de zuid-oostelijke punt van Cayman Brac, een van de Kaaimaneilanden, met uitzicht over Pollard Bay. Ja, jullie lezen het goed: ik heb besloten Nederland te verlaten, heb mijn baan bij de UB Nijmegen opgezegd, mij tot Brits staatsburger laten naturaliseren en woon nu al bijna twee maanden in deze niet van God, maar wel van alleman verlaten plek.
Het huisje heb ik gevonden via een oude Engelse kennis, William Kendyke, die ooit bij de British Library heeft gewerkt. Zijn broer Richard woont met z'n tweede vrouw al sinds mensenheugenis op Brac, zoals we het eiland hier noemen (ik voel me al aardig thuis). Afijn, de details van de verwerving komen later nog wel. (Is wel een mooi verhaal, hoor, met een paar lugubere details.)
Ik heb hier goddank wel een internetverbinding, ook al was ik aanvankelijk helemaal bereid om alle digitale technologie achter me te laten. Echt betrouwbaar is die verbinding overigens niet, maar het is goed genoeg zo. Ik kan ermee aan mijn blog ;-) werken en aan mijn eigenlijke bron van inkomsten: ik schrijf verhalen over dit gebied voor Elsevier, Paris Match, The Enquirer (de Caribische versie) en nog wat kleinere bladen. Hoe ik daar aan kom, vertel ik ook nog een andere keer, maar deze blog heeft ermee te maken.
Ik moet er nu even mee ophouden, want ik hoor de oude Ford Transit van Quarrel aankomen. Quarrel (ik ben er nog niet achter of dit z'n echte naam is, maar ik vermoed van wel: een van de kleurrijke details van deze streken is een ongeremde naamgeving) is een kapitale kerel, die voor Jan en alleman op het eiland klusjes doet en boodschappen haalt, voor een habbekrats mag ik er lekker Hollands aan toevoegen. Hij moet nog wel een keer voor zichzelf wat mondwater aans.... Tot de volgende keer, lieve lezer... Quarrel staat te zwaaien met twee conserveblikken, ik hoop dat het de erwtensoep is, die moeder heeft opgestuurd!