Ha! Lekker ongegeneerd reclame maken voor een boek:
André Schiffrin is een Amerikaanse uitgever, die vanaf de jaren vijftig twee belangrijke vooruitstrevende en voorbeeldige uitgeverijen heeft gerund: Pantheon Books en The New Press. Nieuwe ideeën aanreiken, nieuwe Amerikaanse en onbekende Europese auteurs in de VS introduceren, het maatschappelijk debat stimuleren, dat was zijn manier van uitgeven. Met nadruk "was", want Schiffrin (76) is in ruste, voor zover zo'n bezige geest in ruste kan zijn. "Was" ook, omdat zijn manier van uitgeven met uitroeiing bedreigd wordt, zo betoogt hij in zijn boek The business of books: how international conglomerates took over publishing and changed the way we read (2000, herziene uitgave 2001). Een gedreven boek, een fel pleidooi voor het in stand houden van een bedreigde mensensoort: uitgevers die met een open oog en een geïnformeerde geest rondkijken en boeken durven uit te geven die ons op andere gedachten kunnen brengen. Hoe dat economisch te verantwoorden is? Ja, dat is de eerste (typerend Zeitgemässe) vraag die men zich tegenwoordig stelt en het antwoord is niet gemakkelijk, maar ligt in de buurt van het ideaal dat goddank hier in Nederland en elders nog wel wordt benaderd: men geeft dit soort boeken uit met het geld dat op andere, beter verkopende boeken uit het eigen fonds wordt verdiend. Uitgeverij Wereldbibliotheek gaf de vertaling van Schiffrin uit en dat is tegelijkertijd een aardig voorbeeld van zo'n aanpak: dankzij hun bestsellerauteur Isabel Allende zijn uitgaven als De boekenbusiness mogelijk.
Op maandag 26 september werd de auteur naar Amsterdam gehaald om het verschijnen van de vertaling luister bij te zetten. In de bibliotheek van het Nederlands Letterenfonds waren een groot aantal personen uit het boekenvak bijeen om de maestro zelf te aanhoren. Na Schiffrin sprak Laurens van Krevelen, oud-directeur van Meulenhoff en schrijver van het nawoord bij de Nederlandse editie, waarna een panel onder leiding van Xandra Schutte (De groene Amsterdammer) over de Nederlandse situatie discussieerde. Over het belang van Schiffrins boek was iedereen het eens, over de geldigheid voor Nederland was men verdeeld.
Schiffrin schreef overigens nog meer, onder andere een vervolg op het genoemde boek uit 2000: Words and Money (2010), waarin hij de veranderingen van de laatste tien jaar meeneemt en tegelijkertijd het perspectief breder maakt door ook andere media (film, boekhandel, distributiekanalen enz.) in het verhaal te betrekken. Maar mooier nog dan deze beide boeken is een in 2007 verschenen autobiografie, A political education, waarin zijn beroep overigens een zeer belangrijke rol speelt. Het is een zeer meeslepend boek geworden, niet in de laatste plaats vanwege de vele fascinerende contacten, ontmoetingen en vriendschappen die André Schiffrin (hij is van Russisch-joodse afkomst: zijn vader was Jacques Schiffrin, de man die de Bibliothèque de la Pléiade heeft bedacht) in de loop van zijn leven heeft gehad (en nog altijd heeft). Het is ook een leven vol abrupte wendingen en onvoorziene inbreuken van buitenaf, te beginnen met de gedwongen vlucht uit Frankrijk in 1941.
Van dat boek zou ook eens een vertaling moeten komen!...