Over het op één na laatste boek in 2013 moet ik kort zijn: Moby-Dick van Herman Melville is zo overweldigend goed, zo oceaandiep en ondoorgrondelijk betekenisrijk, dat ik het eerst nog eens en nog eens wil lezen voor ik er iets over zeg. Het herlezen zal me een genoegen zijn, want dit boek bezorgt een mens een leeservaring die onvergelijkelijk is met welk ander boek dan ook. Zo.
Het laatste boek van 2013 is Erik Menkveld's debuutroman Het grote zwijgen, over de gecompliceerde vriendschap tussen Alphons Diepenbrock en Matthijs Vermeulen. Goed gedocumenteerd, tamelijk ouderwets/degelijk opgezet en geschreven en redelijk meeslepend verteld, ook al geldt dat laatste waarschijnlijk alleen voor lezers die in beide componisten geïnteresseerd zijn. Die kunnen alle biografische ontwikkelingen en (on)verkwikkelijkheden ook op andere plaatsen lezen, zoals in de reeds bestaande levensbeschrijvingen van Fons en Thijs, maar niet zo mooi aangevuld met fictieve details. Waar de roman faalt, is in het duidelijk maken waarom hij geschreven moest worden. De geëxalteerde, al te hooggestemde idealen van de generatie van Diepenbrock en de door de harde werkelijkheid (Eerste Wereldoorlog!) gevormde moderniteit van Vermeulen als contrapunt? Ach, dat is al vaker vertoont. Aardig leesvoer dus, met een extra aantrekkelijkheid voor wie de Nederlandse muziek een warm hart toedraagt. Of reageer ik nu als Mengelberg op Vermeulen's Eerste Symfonie?
Ik wens iedereen die dit blogbericht leest
een zinvol nieuwjaar,
een zinvol nieuwjaar,
vol goede boeken, kunst en muziek!
U2!
BeantwoordenVerwijderen