zaterdag 30 januari 2010
The old Ludwig Van
Het heeft alwéér gesneeuwd, Tony Blair maakt zijn reputatie als Teflon Tony waar, de bouwfraude in Nederland schiet een nieuwe fase in, Nespresso is niet zo klimaatneutraal als wordt voorgespiegeld, Wouter Bos rukt op in de richting van de SP, Steve Jobs introduceert de iPad... actualiteiten genoeg, maar ik heb er geen zin in. Ik zet de verwarming een graadje hoger en leg één boek en één cd klaar in mijn verder geheel van zichtbare boeken en cd's bevrijde woonkamer, doe een zelfverzonnen zen-achtige oefening en voel me klaar voor een lees- en luistersessie van minstens drie uur. Het moet er nu maar eens van komen, van het lezen van die gloednieuwe en eerste volledige nederlandstalige Beethovenbiografie van Jan Caeyers. Ta-ta-da-táááá'!!
vrijdag 22 januari 2010
Het Jaar van....
2010: het Jaar van Helemaal Geen Romans.
Goed voornemen? Haalbaar voornemen? Idioot voornemen? Geen antwoord.
Maar we gaan het proberen. Af en toe een verhaal, een fragment, wat gedichten en een toneelstuk, maar g'e'en romans meer. Ik ben het helemaal zat. Al die pillen van twee-, drie-, vierhonderd bladzijden. En dan na vijftig bladzijden al gaan zitten piekeren hoe lang ik nog moet. Ophouden ermee! Ja maar, hoor ik al roepen, je leest de verkeerde romans! Dat kan, ik sluit het niet uit, maar feit is dat ik genoeg heb van alweer een (prachtig) verzonnen verhaal over, ik noem maar wat, een jongen die in 1815 met zijn moeder op wereldreis gaat, met uitvoerige beschrijvingen over het vertrek vanuit de haven, de weersgesteldheden, het tuigage, de achtergronden van moeders psyche, de gruwelen van het leven op zee, enzovoort enzovoort. Ik berg vanavond Murakami's Kafka on the Shore en alle andere klaar- en openliggende en halfgelezen romans van wereldfaam weer in de boekenkast en zet me aan GEEN-FICTIE, met af en toe een uitstapje naar bovengenoemde genres. Ik wil me nu een jaar lang vrijwel uitsluitend laven aan de re"ele werkelijkheid die echt ongelogen waar gebeurd is, want die schijnt vaak nog gekker te zijn dan de meest bizarre verhalen. Las ik in een roman. Ik ga op reis met Mungo Park, laat me door Floris Cohen meevoeren naar de wereld van Kepler en Newton, vlieg in gedachten mee met de vroegste aviateurs, verslind de nieuwste catalogus van ons plaatselijk museum, grijp tussendoor nog eens naar de autohagiografie Mijn biografie van Chriet Titulaer (zus, bedankt!), ga nu eindelijk de nieuwe Bosatlas kaart voor kaart bestuderen, stort me in de nieuwe nederlandstalige biografie van Beethoven... Als het maar werkelijkheid is, tastbaar en waar! Als het maar niet verzonnen is, bedacht, naar het leven geschilderd doch uitvergroot, geheel aan het brein der auteur ontsproten, al dan niet meeslepende Verzonnenheid!!
Grootste vraag, wellicht al over afzienbare tijd te beantwoorden: is het bovenstaande nu fictie of geen-fictie?
Goed voornemen? Haalbaar voornemen? Idioot voornemen? Geen antwoord.
Maar we gaan het proberen. Af en toe een verhaal, een fragment, wat gedichten en een toneelstuk, maar g'e'en romans meer. Ik ben het helemaal zat. Al die pillen van twee-, drie-, vierhonderd bladzijden. En dan na vijftig bladzijden al gaan zitten piekeren hoe lang ik nog moet. Ophouden ermee! Ja maar, hoor ik al roepen, je leest de verkeerde romans! Dat kan, ik sluit het niet uit, maar feit is dat ik genoeg heb van alweer een (prachtig) verzonnen verhaal over, ik noem maar wat, een jongen die in 1815 met zijn moeder op wereldreis gaat, met uitvoerige beschrijvingen over het vertrek vanuit de haven, de weersgesteldheden, het tuigage, de achtergronden van moeders psyche, de gruwelen van het leven op zee, enzovoort enzovoort. Ik berg vanavond Murakami's Kafka on the Shore en alle andere klaar- en openliggende en halfgelezen romans van wereldfaam weer in de boekenkast en zet me aan GEEN-FICTIE, met af en toe een uitstapje naar bovengenoemde genres. Ik wil me nu een jaar lang vrijwel uitsluitend laven aan de re"ele werkelijkheid die echt ongelogen waar gebeurd is, want die schijnt vaak nog gekker te zijn dan de meest bizarre verhalen. Las ik in een roman. Ik ga op reis met Mungo Park, laat me door Floris Cohen meevoeren naar de wereld van Kepler en Newton, vlieg in gedachten mee met de vroegste aviateurs, verslind de nieuwste catalogus van ons plaatselijk museum, grijp tussendoor nog eens naar de autohagiografie Mijn biografie van Chriet Titulaer (zus, bedankt!), ga nu eindelijk de nieuwe Bosatlas kaart voor kaart bestuderen, stort me in de nieuwe nederlandstalige biografie van Beethoven... Als het maar werkelijkheid is, tastbaar en waar! Als het maar niet verzonnen is, bedacht, naar het leven geschilderd doch uitvergroot, geheel aan het brein der auteur ontsproten, al dan niet meeslepende Verzonnenheid!!
Grootste vraag, wellicht al over afzienbare tijd te beantwoorden: is het bovenstaande nu fictie of geen-fictie?
donderdag 21 januari 2010
NAP
NAP = Nieuw Amsterdams Peil. Maar..... de 'afko' (een tien op de Irrischaal, schat ik zo) staat wat mij betreft niet meer voor de waterstand van zaken, maar voor een recent opgericht muziekgezelschap dat in zijn bonte samenstelling alle kanten op kan, van een droge bedding tot dijkbedreigende woestwateroverstromingen. Strijkers, piano, slagwerk en blazers, geassisteerd door zangers en zelfs dirigerende componisten, dat is wat we afgelopen dinsdagavond in wisselende samenstellingen kregen voorgeschoteld, in het kader van de bekende concertserie van de NSvK.
De muziek was voornamelijk onbekend 20e-eeuws repertoire: Poulenc, Strawinsky, Vivier. En een heuse wereldpremière, dus 21e eeuws repertoire: een kaleidoscopisch muziekstuk van Marijn Simons, door de jonge componist zelf met een onmiskenbaar Limburgs accent toegelicht en later zonder Limburgs accent (of het moeten de verwijzingen naar fanfaremuziek zijn geweest) gedirigeerd. Na een fenomenale slagwerksolo bij wijze van inzet sprong en glibberde het stuk alle kanten uit om te eindigen in een veel te lange sliding van voorzichtig doorkabbelende muziekjes. Variaties op het werk van Simons' compositieleraar Daan Manneke, hadden we gehoord in de aankondiging. Maar dat werk kende niemand uit de zaal, zelfs ik niet, dus dan kun je met een gerust hart de gekste dingen laten horen. Enfin, eerst nog maar een paar keer aanhoren (de composities van Simons zijn veelgeprezen genoeg om op CD te verschijnen) en dan pas veroordelen, da's mijn motto....
De rest van het concert bergde een paar aangename verrassingen her, waaronder de klarinetsonate van Poulenc (de fluitsonate is overigens ook ijzersterk, sprak hij bevooroordeeld) en een zeer kort strijkkwartet van Strawinsky, geheel uit het lood geslagen muziek, met twee vlotte, spitsvondige en vermakelijke deeltjes, gevolgd door een zwaarmoedig steunend en zuchtend deel. Maar het muziekstuk dat de stoelzitting onberoerd deed blijven, op het puntje na, was een kort, maar zeer intens stuk voor viool en klarinet van de Canadees Claude Vivier (door wereldburger Ligeti vol bewondering 'de beste Franse componist' genoemd: we kijken niet op een continent). Kon ik dat maar ergens op CD terugvinden.... Aardige bijkomstigheid was dat violist en klarinettist de partituur als een brede banier voor zich hadden geplaatst en zich naarmate het stuk vorderde met duethuppeltjes naar het volgende segment bewogen. De muziek klonk er niet minder serieus om. 1300 man gebiologeerd door één viool en één klarinet. Dat moet Ligeti nog zien na te doen.
Rest mij nog vriend P.A. and his better half te N. hartelijk te danken voor het ter beschikking stellen van de kaarten...
De muziek was voornamelijk onbekend 20e-eeuws repertoire: Poulenc, Strawinsky, Vivier. En een heuse wereldpremière, dus 21e eeuws repertoire: een kaleidoscopisch muziekstuk van Marijn Simons, door de jonge componist zelf met een onmiskenbaar Limburgs accent toegelicht en later zonder Limburgs accent (of het moeten de verwijzingen naar fanfaremuziek zijn geweest) gedirigeerd. Na een fenomenale slagwerksolo bij wijze van inzet sprong en glibberde het stuk alle kanten uit om te eindigen in een veel te lange sliding van voorzichtig doorkabbelende muziekjes. Variaties op het werk van Simons' compositieleraar Daan Manneke, hadden we gehoord in de aankondiging. Maar dat werk kende niemand uit de zaal, zelfs ik niet, dus dan kun je met een gerust hart de gekste dingen laten horen. Enfin, eerst nog maar een paar keer aanhoren (de composities van Simons zijn veelgeprezen genoeg om op CD te verschijnen) en dan pas veroordelen, da's mijn motto....
De rest van het concert bergde een paar aangename verrassingen her, waaronder de klarinetsonate van Poulenc (de fluitsonate is overigens ook ijzersterk, sprak hij bevooroordeeld) en een zeer kort strijkkwartet van Strawinsky, geheel uit het lood geslagen muziek, met twee vlotte, spitsvondige en vermakelijke deeltjes, gevolgd door een zwaarmoedig steunend en zuchtend deel. Maar het muziekstuk dat de stoelzitting onberoerd deed blijven, op het puntje na, was een kort, maar zeer intens stuk voor viool en klarinet van de Canadees Claude Vivier (door wereldburger Ligeti vol bewondering 'de beste Franse componist' genoemd: we kijken niet op een continent). Kon ik dat maar ergens op CD terugvinden.... Aardige bijkomstigheid was dat violist en klarinettist de partituur als een brede banier voor zich hadden geplaatst en zich naarmate het stuk vorderde met duethuppeltjes naar het volgende segment bewogen. De muziek klonk er niet minder serieus om. 1300 man gebiologeerd door één viool en één klarinet. Dat moet Ligeti nog zien na te doen.
Rest mij nog vriend P.A. and his better half te N. hartelijk te danken voor het ter beschikking stellen van de kaarten...
dinsdag 19 januari 2010
De vrouw van Mungo Park
Mungo? Múngo? Wie heet er in godsnaam Mungo? Wel, Mungo Park dus, die vernoemd blijkt te zijn naar de heilige Mungo uit de late 6e eeuw, patroonheilige van Glasgow.
Ik kende de naam vaag, maar had geen idee wie Mungo Park nu eigenlijk was, totdat ik onlangs - op jacht naar bijzondere boeken in de collectie van de UB Nijmegen - op een tweedelige uitgave van Parks reisverslagen naar de binnenlanden van Afrika stuitte. Het is een uitgave uit 1815 en de eerste uitgave waarin beide reizen (uit 1795-97 en 1805-06) worden beschreven. De UB Nijmegen is de enige universitaire bibliotheek in Nederland in het bezit van deze prachtige set. Dus ben ik achter het verhaal van deze Schot aangegaan. Een Schot, jazeker. En wie mij goed kent, die weet dat ik iets met Schotten en Schotland heb, en dan laat ik de whisky even buiten beschouwing. Jaren geleden kwam ik op het spoor van James Hogg (1770-1835), geboren in Ettrick Hall in de Schotse Laaglanden, en verzorgde een Nederlandse uitgave van zijn Confessions of a Justified Sinner in een voortreffelijke vertaling van Jan van Gelder. Nu stuitte ik dus op deze Mungo Park en die blijkt één jaar later geboren te zijn, op nog geen tien kilometer afstand van Ettrick Hall. Alweer een intrigerende Laaglander dus, want deze arts-avonturier werd er tweemaal op uitgestuurd om de precieze loop en oorsprong van de Niger-rivier in West-Afrika in kaart te brengen. Het is hem duur komen te staan: in 1806 is hij bij een confrontatie met een vijandige stam bij de stroomversnellingen van Bussa om het leven gekomen. Zijn dagboek van die laatste reis werd door een trouwe medereiziger meegenomen en wereldkundig gemaakt.
De reisverslagen zijn fascinerende lectuur, zoals dat heet, vol onverwachte details en vrijwel geheel verstoken van het Europese superioriteitsgevoel dat latere koloniserende machten kenmerkte. Park was oprecht geïnteresseerd in zijn nieuwe omgeving, sloot (vroeg)wijze verdragen met de locale machthebbers en voegde zich over het algemeen soepel in het westafrikaanse leven. Niet in alle opzichten natuurlijk, want het klimaat was gruwelijk, zeker op de tweede reis die te laat begonnen was en midden in het regenseizoen viel. Mungo schrijft helder en koel en zeer gedetailleerd, zozeer zelfs dat je je afvraagt waar hij de tijd en vooral de energie vandaan haalde om überhaupt iets te noteren na weer een dag van verzwakking en uitputtende klauterpartijen. Schotse stoer- en koppigheid, zullen we maar zeggen. Bovendien is zijn eerste reisverslag bewerkt vóór publicatie door een onbekende, die er wellicht een licht verfraaiend waas overheen heeft getrokken.
Park liet een weduwe achter, die in haar meer dan standvastige liefde niet kon geloven dat haar man werkelijk dood was. Dat leidde tot een tweede tragedie in haar leven. Haar zoon Thomas, behept met dezelfde dadendrang als zijn vader, maar minder gehard, nam zodra zich de gelegenheid voordeed de eerste boot naar Afrika, om zijn vader te zoeken en zijn moeder op die manier de troost te brengen die zij zo fel ontbeerde. De moeder kwam pas achter de nieuwe verblijfplaats van haar zoon door een brief die Thomas haar stuurde vanuit een kustplaats in West-Afrika. Op nog geen 150 kilometer de binnenlanden in kwam zijn moedige, ontroerende, maar weinig doordachte actie tot een abrupt einde. Hij stierf, door ziekte uitgeput, zonder ook maar iets meer omtrent het lot van zijn vader te hebben vernomen.
Ik kende de naam vaag, maar had geen idee wie Mungo Park nu eigenlijk was, totdat ik onlangs - op jacht naar bijzondere boeken in de collectie van de UB Nijmegen - op een tweedelige uitgave van Parks reisverslagen naar de binnenlanden van Afrika stuitte. Het is een uitgave uit 1815 en de eerste uitgave waarin beide reizen (uit 1795-97 en 1805-06) worden beschreven. De UB Nijmegen is de enige universitaire bibliotheek in Nederland in het bezit van deze prachtige set. Dus ben ik achter het verhaal van deze Schot aangegaan. Een Schot, jazeker. En wie mij goed kent, die weet dat ik iets met Schotten en Schotland heb, en dan laat ik de whisky even buiten beschouwing. Jaren geleden kwam ik op het spoor van James Hogg (1770-1835), geboren in Ettrick Hall in de Schotse Laaglanden, en verzorgde een Nederlandse uitgave van zijn Confessions of a Justified Sinner in een voortreffelijke vertaling van Jan van Gelder. Nu stuitte ik dus op deze Mungo Park en die blijkt één jaar later geboren te zijn, op nog geen tien kilometer afstand van Ettrick Hall. Alweer een intrigerende Laaglander dus, want deze arts-avonturier werd er tweemaal op uitgestuurd om de precieze loop en oorsprong van de Niger-rivier in West-Afrika in kaart te brengen. Het is hem duur komen te staan: in 1806 is hij bij een confrontatie met een vijandige stam bij de stroomversnellingen van Bussa om het leven gekomen. Zijn dagboek van die laatste reis werd door een trouwe medereiziger meegenomen en wereldkundig gemaakt.
De reisverslagen zijn fascinerende lectuur, zoals dat heet, vol onverwachte details en vrijwel geheel verstoken van het Europese superioriteitsgevoel dat latere koloniserende machten kenmerkte. Park was oprecht geïnteresseerd in zijn nieuwe omgeving, sloot (vroeg)wijze verdragen met de locale machthebbers en voegde zich over het algemeen soepel in het westafrikaanse leven. Niet in alle opzichten natuurlijk, want het klimaat was gruwelijk, zeker op de tweede reis die te laat begonnen was en midden in het regenseizoen viel. Mungo schrijft helder en koel en zeer gedetailleerd, zozeer zelfs dat je je afvraagt waar hij de tijd en vooral de energie vandaan haalde om überhaupt iets te noteren na weer een dag van verzwakking en uitputtende klauterpartijen. Schotse stoer- en koppigheid, zullen we maar zeggen. Bovendien is zijn eerste reisverslag bewerkt vóór publicatie door een onbekende, die er wellicht een licht verfraaiend waas overheen heeft getrokken.
Park liet een weduwe achter, die in haar meer dan standvastige liefde niet kon geloven dat haar man werkelijk dood was. Dat leidde tot een tweede tragedie in haar leven. Haar zoon Thomas, behept met dezelfde dadendrang als zijn vader, maar minder gehard, nam zodra zich de gelegenheid voordeed de eerste boot naar Afrika, om zijn vader te zoeken en zijn moeder op die manier de troost te brengen die zij zo fel ontbeerde. De moeder kwam pas achter de nieuwe verblijfplaats van haar zoon door een brief die Thomas haar stuurde vanuit een kustplaats in West-Afrika. Op nog geen 150 kilometer de binnenlanden in kwam zijn moedige, ontroerende, maar weinig doordachte actie tot een abrupt einde. Hij stierf, door ziekte uitgeput, zonder ook maar iets meer omtrent het lot van zijn vader te hebben vernomen.
zondag 17 januari 2010
Katten
Het is niet mijn gewoonte om te bloggen over andermans dieren - ik doe het niet eens over mijn eigen huisdier - maar nu maak ik graag een uitzondering. Gisteren zijn E-flor en ik naar het dierenasiel in Balgoij geweest en daar heeft ze twee katten uitgezocht, die waardige opvolgers moeten worden van de Onsterfelijke Max, die eind vorig jaar op de gezegende leeftijd van 18 jaar ten grave is gedragen. Hij had en heeft het goed.
De troonopvolgers zijn nog jong -naar schatting 1, resp. 2 jaar - en moeten nog flink wennen, maar de eerste dag viel niet tegen. Namen hebben ze nog niet, ook al wordt voor de zwarte kat van het stel gedacht aan Jinx. Dat soort dingen heeft tijd nodig: "The naming of cats is a difficult matter / it isn't just one of your holiday games" dichtte T.S. Eliot terecht. Bijgaand de foto's van le rouge et le noir:
Moge ze een goed en tevreden snorrend leven hebben bij hun nieuwe bazin!
dinsdag 12 januari 2010
Bach, Berio, Britten
Tijd voor weer eens een muzikale bijdrage in de rubriek Onlangs Aangeschaft:
- Liederen van Benjamin Britten op teksten van onder andere John Donne (de 'Holy Sonnets') en Thomas Hardy door Mark Padmore, een oude-muziekspecialist, maar nu in 20e eeuws repertoire blijkbaar ook goed op z'n gemak. Mooie opname, musiceren op de rand van het volmaakte (Roger Vignoles is als liedbegeleider de nieuwe top), maar die muziek!... Ik moet mezelf dwingen nog een paar keer te luisteren, maar als dat geen verbetering in mijn luisterervaring oplevert, is dit de laatste keer dat ik iets van Britten koop of beluister...
- Partita's van Bach door Andras Schiff (ECM): fabelachtig goede muziek, niet voor niets door de al niet meer zo jonge Bach (46 jaar) als zijn opus 1 geheel op eigen kosten uitgegeven. Zelfs de toenmalige muziekkritiek was laaiend enthousiast. Schiff speelt zoals gebruikelijk met vanzelfsprekende autoriteit en souverein van klank en inzicht. Maar wat graag zou ik deze opname vergelijken met de recente Perahia-opname (Sony). Eigenwijs is Schiff natuurlijk óók: hij houdt een andere volgorde aan (5, 3, 1, 2, 4, 6), waardoor er een afwisseling in majeur en mineur ontstaat én een opwaartse opeenvolging van de toonsoorten (G-a-Bes-c-D-e). Geruststellende opmerking van de pianist in het begeleidende boekje: je mag natuurlijk ook je eigen volgorde bepalen. Hehe, poeh. Maar evengoed superieur spel, te vergelijken met Schiff's tweede opname van de Goldbergvariaties (ook een schot in de roos van eigenzinnig platenlabel ECM).
- Dan een doos met muziek van Webern (op. 1 tot en met 31, plus Bach- en Schubert-orkestraties), Elliot Carter, Varèse en Berio, alles uitgevoerd onder de borende blik van Pierre Boulez (Sony). Gekocht vanwege de bewerking van Bach's Ricercare uit het Musikalisches Opfer door Webern. Maar het is natuurlijk niet verkeerd om ook de rest van Weberns weinig omvangrijke oeuvre in huis te hebben.
Het begint meteen al met opus 1, de Passacaglia. Een fascinerend stuk en het begin en einde met de kale ver uiteenliggende noten doet onmiddellijk denken aan de Ricercare (waar hij de opeenvolging van lange kale noten 'losgooit' door de hele frase te verdelen over meerdere instrumenten). Voor Carter hou ik nog even mijn hart vast: ik kocht daar ooit eerder een cd van - hij is per slot van rekening de grand old man van de Amerikaanse moderne klassieke muziek - en die 'viel me niet mee'.
Labels:
Bach,
Britten,
Carter,
onlangs aangeschaft,
Webern
maandag 4 januari 2010
Nog
De heer Nurks schreef mij ongevraagd:
'Nog de beste wensen.' Dat hoor je veel dezer dagen. OK, hoort erbij. En wat het betekent snap ik ook: 'Nu ik je toch zie, doe ik ook jou de beste wensen, zoals ik al heel wat mensen eerder de beste wensen deed.' Of: 'Oud & nieuw is allang geweest, maar vooruit: alsnog wens ik je een goed jaar.' Maar soms denk ik, vooral als het erg plichtmatig gaat, dat er bedoeld wordt: 'Shit, weer iemand die ik nog niks toegewenst heb. OK, even tanden op mekaar en nog maar weer eens een keer: de beste wensen.'
Mijn reactie in die gevallen: 'Nog bedankt.'
Abonneren op:
Posts (Atom)