dinsdag 14 februari 2012

Typisch Nederlands

Schelden en tieren: het schijnt uniek te zijn voor de Nederlandse taal dat we dat doen met de namen van ziektes. In het Engels zult u  bijvoorbeeld nooit het navolgende tegenkomen:
John came home from work, obviously not very amused. 'Cancer-typhus!' he roared. 'What a smallpox job I have! This morning I had a meeting with my employer, that cholera sufferer! I don't want to repeat what he said to me, but I really had the tuberculosis in afterwards!'
Is dat nou een verarming of een verrijking van het Engels ten opzichte van onze taal?

2 opmerkingen:

  1. Andersom kan ook een illustratie zijn voor de verschillen tussen Nederlands en Engels tieren. Hier een vertaald fragment uit een willekeurige film (ik heb de taal wel wat gekuist):

    A: 'Bloederige hel! Wie was die vagina?!'
    B: 'Geen copulerend idee! Ik hem hem nog nooit van mijn hele gekwordende leven gezien.'
    A: 'Laten we de geslachtsdaad maken dat we hier wegkomen ! Excrement, ik ben nog nooit zo bang geweest. Denk je dat die anus nog terugkomt?'
    B: 'Geen oudste-beweging-ter-wereld-makend idee! Maar als die ontucht-met-zijn-moeder-bedrijver hier weer opduikt, raken de uitwerpselen de ventilator pas goed!!'


    Ja, sorry hoor, ik ben maar de (letterlijke) vertaler.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb een deel van mijn studie in Spanje doorgebracht. De Spanjaarden gebruiken de vloeken "coño" en "joder" (resp. het vrouwelijk geslachtsdeel en de geslachtsdaad). Engelsen waren vooral door het eerste woord erg bevreemd en konden zich niet voorstellen dat je het als vloek zou gebruiken. Ik als Nederlander had hetzelfde bij het tweede.

    BeantwoordenVerwijderen