woensdag 29 april 2009

Alexander de Grote

Gisteravond, De Vereeniging, een van 's werelds mooiste concertzalen (vinden ondermeer Frans Brüggen en het Tokyo Strijkkwartet). Alles was er om op je hoede te zijn: grote bewondering en fascinatie voor de pianist in kwestie, een heerlijke lenteavond, het beste gezelschap (E-Flor, ik aanbid je!), een veelbelovend programma en een heldere geest. Moest dat niet ergens mis gaan? Nee.

Alexandre Tharaud, piano, en Jean-Guihen Queyras, cello, speelden gisteravond de sterren van de hemel. Debussy, Schubert, Berg, Brahms en als toegift nog eens Debussy, alles klonk met ogenschijnlijk gemak slank, fijnzinnig, dieppeilend, ontroerend en alsof het zo en niet anders hoorde te klinken, maar tegelijk overrompelend anders. Vooral de Brahms was een wonder van helderheid en glans, ontdaan van alle Duitse speklagen en omfloersingen. Grandioos. Het publiek was wildenthousiast en terecht: dit was het hoogtepunt van een seizoen kamermuziek in Nijmegen.

En passant kregen de heren ook nog eens een Edison uit handen van Hans (Avro) van den Boom, voor hun cd met de sonates van Debussy en Poulenc. De overhandiging was niet zonder talige onhandigheden en ik betwijfelde even of Tharaud en Queyras wel wisten wat ze met deze clowneske, maar charmante Nederlandse meneer aan moesten, maar hij mompelde iets tegen ze van 'jury..... muzikaliteit.... prix..... Edison...' en ze kregen iets zwaars in handen geduwd, dus het zou wel goed zijn. Bovendien applaudiseerde het publiek als gekken. Later bedacht ik dat ze toch hoogstwaarschijnlijk ingeseind waren, maar of ze deze typisch Avro-mengeling van hoge en lage cultuur erbij voorzien hadden? Zeer waarschijnlijk niet.

Na afloop van het concert was het dringen geblazen bij de tafel van boek- en muziekhandel Roelants: de cd's van beide musici vlogen over de tafel, vooral de opname van Schubert's Arpeggione-sonate. En verdraaid, net had ik me tot vooraan de tafel gewurmd en speurde ik reikhalzend naar de Debussy/Poulenc-cd of daar schoven Alexandre en Jean-Guihen vlak onder mijn neus aan de overkant van de tafel aan, bereidwillig glimlachend en klaar om te signeren. Ik kocht de cd, ordinair in het blikveld van Tharaud wapperend met geld (hij wierp er een korte en klinische blik op), scheurde gehaast het cellofaan eraf en overhandigde hem aan de pianist. Door de drukte duurde het even voordat Jean-Guihen ook kon signeren, maar met een welwillende glimlach van beide heren kreeg ik de cd terug, met hun beider handtekening. Ik was weer even twaalf of daaromtrent en de daaropvolgende vijftien minuten helemaal van de kaart. Inmidddels heb ik ook een gesigneerd exemplaar weten te bemachtigen van de Ravel-dubbelcd van Tharaud.

Intelligent, speeltechnisch volmaakt, fijnzinnig en aangenaam eigenzinnig, dat is deze 'rare snijboon' Alexandre Tharaud: wie het niet gelooft, aanschouwe Tic toc choc op Youtube. En dan meteen door naar Couperin, Rameau, Bach, Chopin, Ravel en vele anderen componisten zoals ze door Alexandre le Grand onder handen zijn genomen!

zondag 26 april 2009

Wéér niet...

"Gisteren waren we de zin van het leven op het spoor en de oplossing van dit enigma dicht genaderd. In onze ooghoeken zagen we 'm voorbijschuiven, die oplossing. Een nog zwarte, vage vlek, afwisselend snel en dan weer kwellend langzaam, maar altijd net buiten bereik. Hij bleef in de buurt, waar we ook waren en wat we ook zeiden. We probeerden woorden, zinnen uit, maakten bepaalde verzoenende en uitnodigende en deemoedige gebaren, deden of we ons er niet voor interesseerden, alsof we ons kwaad op 'm maakten, spraken een tijd niet en dan weer heel veel. Niets hielp: hij bleef ons ontlopen, die zingevende oplossing, dat stuk ongeluk. We troostten ons met de wetenschap dat we nog jong zijn en nog redelijkerwijs tijd van leven hebben. Waarschijnlijk zien we 'm dan een keer breeduit voor ons staan, al het andere blokkerend, inclusief de adem die ons in de keel blijft stokken. Mogelijk is het het laatste wat we zien en kunnen we achteraf zeggen, dat het het láátste is geweest dat we gezien hebben. Maar zelfs daar zou ik vrede mee hebben."

uit: Piet Paulusma, Wéér niet: verzamelde filosofische opstellen, Ankh Hermes, 2009, pp. 217-218.

donderdag 23 april 2009

Terug?

Daar ben ik weer. Den lezer heil maar weer eens gewenst. Het bloggen heeft me even wat minder kunnen boeien. Het is ermee zoals met veel zaken van de Moderne Tijd Tegenwoordig Op Dit Moment Anno Nu: je wordt er doodnerveus van. Door de veelheid aan mogelijkheden, door de veelheid aan informatie en door de wens om het allemaal bij te benen.

Pas op de plaats en terug naar de (persoonlijke, altijd persoonlijke) Waarheid, die Rust brengt in het leven en Ware Voldoening schenkt. Terug naar de drie vitamine C's des Levens: Contemplatie, Concentratie en Humor. En de drie L's natuurlijk: Lezen, Luisteren en Lekker eten. Gewoon de tijd nemen voor m'n eigen onzin en minder voor die van anderen. Moet je eens zien hoe dat de kwaliteit van het leven "significant" (=Irritaal*) verbetert!

Derhalve dus meteen een voetnoot bij het "pas op de plaats": dat is alleen letterlijk te nemen als je uitgaat van "to blog or not to blog", niet als je ziet waar het op uitdraait. Op lezen en beetje schrijven en een mooi, rustig en diepzinnig leven dus.

Daar wil ik dan vervolgens best een keertje over bloggen.



(* Zie ook het boek van Ben van Balen, Irritaal: over goeiemoggel, toppiejoppie & andere irritante taal, en zijn weblog!)

woensdag 15 april 2009

Surprise, surprise!

Britain's got talent is zo'n talentenjacht waar elke idioot zingend of blèrend uit mag proberen of de zaal en de jury het pikt. Een stoet amateurs, arrogante jury erbij, een afgeladen volle zaal en klaar is Kees. Ik zal er niet naar kijken.
Maar een kort verslagje op de Belgische tv deed me naar boven rennen om het optreden te bekijken van ene Susan Boyle, een vrouw van 47 jaar, met een lichte geestelijke handicap, samenwonend met haar kat en - zoals de commentatrice met gevoel voor understatement het formuleerde - niet moeders mooiste.
De vrouw kwam op, beantwoordde de gebruikelijke vragen van een skeptisch ogende jury, deed en zei wat rare dingen, onder andere dat ze het liefst professioneel zangeres wilde worden, werd door de zaal half uitgelachen en mocht toen gaan zingen.
Wat er toen gebeurde, tart alle beschrijving.... Kijk, luister en huiver!

De volledige versie met een kort interview vooraf is hier te zien.

dinsdag 14 april 2009

Verzorgingsplaats

"Verzorgingsplaats": kent u die term? Ik niet, maar ik kwam 'm tegen toen ik op zoek was naar de achtergrond en verklaring van de mooiste naam die in Nederland gegeven is aan wat ik tot nu toe aanduidde als een parkeerplaats of Raststätte. Die naam is Swentibold. Ter hoogte van Sittard op de A2 intrigeerde mij die naam keer op keer. De combinatie "Sw" in combinatie met "bold" deed me vermoeden dat het om iets Germaans of Scandinavisch ging, maar wat of wie? Hoe dan ook: een prachtnaam! Ik ben er nooit gestopt, maar wel vaak gevaarlijk dicht de vangrail genaderd omdat ik m'n ogen niet van die bizarre lettercombinatie af kon houden. Swentibold.

En nu, na een paar toets- en muisbewegingen, weet ik dat Swentibold een Frankische koning was, de eerste en laatste koning van Lotharingen, die dat rijk van 895 tot aan zijn dood op 13 augustus 900 geregeerd heeft. Hij heeft slag geleverd bij Susteren, is daarbij omgekomen en in de nabijgelegen abdijkerk, de huidige Basiliek van de Heilige Amelberga, begraven.

Zijn eigenlijke naam (is dat te beweren met al die spellingsvarianten?) is Zwentibold, maar hij staat ook bekend als Sanderbout, Sanderboldus of zelfs als Xhenderboldus (en natuurlijk als Swentibold). Zijn naam is een Frankische vertaling van Svatopluk, zijn Moravische peetoom.

Zwentibold was al net zo'n rare kwibus als zijn naam. In Hendrik Conscience's Geschiedenis van België staat een blijkbaar typerende gebeurtenis beschreven:

"Hierop kwam de woedende Zwentibold op nieuw het kasteel van Reinier belegeren, doch even vruchteloos. Geen ander middel ziende om de verschanste leenheeren te straffen, wilde hy dezelve door de geestelykheid in den kerkelyken ban doen slaen; dit hem geweigerd zynde, viel hy uit in scheldnamen tegen de bisschoppen en bragt de vermetelheid zoo ver, dat hy den aertsbisschop van Triers eenen stokslag op het hoofd dorst geven. Dit schandelyk gedrag deed iedereen tegen hem opstaen; de leenheeren spanden te samen en gaven de kroon aen Lodewyk van Duitschland, zoon van den overleden Arnold. Zwentibold vergaderde intusschen een leger en verwoestte het land; maer korts daerop, in 900, verloor hy het leven in eenen veldslag by de Maes."

Opvliegend van aard en een slecht leider, zo kennen we de Lotharingse koning. Vijf jaar heeft-ie het volgehouden, de driftkop. En nu is zijn naam verbonden aan een "verzorgingsplaats", een aanduiding die doet vermoeden dat er witgekapte zusters rondlopen, met lange witte schorten voor, die zich ijverig, doch met ingetogen blik, inspannen om uitgeputte weggebruikers op krachten te laten komen. Maar ook hier is de geschiedenis wreed: er is slechts een tankstation van de Shell en de plek is bekend onder homo's die elkaar daar ontmoeten, omdat het terrein goed verlicht is en dus veiligheid biedt. Dat is dan wel de veiligheid van een (merkwaardigerwijze als snel als heilige vereerde) koning Heethoofd, die niet aarzelde zijn staf in tweeën te slaan op onschuldige hoofden. Een verzorgingsplaats indeed.

vrijdag 3 april 2009

Zon!

Dit wordt een heel voorspelbaar stukje. De titel zegt al genoeg: de zon schijnt en de temperatuur loopt op. Een mens wil buiten zijn en u begrijpt het al: ik zit binnen. Maar daar valt nog mee te leven.
Op één kamer met twee collega's zit ik. Daar is heel goed mee te leven, want het zijn fijne collega's, als mens én als medewerker, als u het subtiele verschil kunt waarderen. Maar nou is net de ene vertrokken naar een bijeenkomst ergens in het land en de ander heeft vanmiddag vrij.
En dat is een combinatie die pijn doet. Ik zei al: het wordt een voorspelbaar stukje. Zit ik hier vanmiddag helemaal alleen, achter een pc, met uitzicht op een zonovergoten campus, door reusachtige ramen die vorige week nog van binnen en van buiten blinkend schoon zijn gewassen door de glazenwassers.

Mijn enige troost is nu een enorme klodder eksterpoep, die door zo'n kwetterende rotvogel op mijn raam is gedeponeerd, vlak nadat de laatste glazenwasser was verdwenen, en precies op ooghoogte, vol in mijn blikveld.
Die smet op mijn uitzicht ga ik vanmiddag tandenknarsend koesteren. Rotvogel. Rotzon.

woensdag 1 april 2009

Gefoppet?

Zou het wáár zijn? Wim de Bie is terug? Als Meneer Foppe? Met z'n eigen foppelog?? (Zie ook de lijst Blogs die ik volg.) De eerste bijdrage -- "post" heet dat, geloof ik, maar dat wil ik niet weten -- dateert van 17 maart, dus een één-aprilgrap kan het niet zijn.... Jauchzet frohlocket dan dus maar, voorzichtig?

Waar wierook is...

Net gezien dankzij die onovertroffen humor-omroep RKK: een jonge pastor die van zijn kerk een wierookvrije ruimte heeft gemaakt. Opname van een mis in een grote kerk met aandachtige 90-plussers en verdomd (o pardon): geen kuchje te horen, geen tranende ogen te zien, en een vrije blik van voor naar achteren door de kerk. Volgende shot (pun intended): de aparte wierookruimte. Daar zaten vijf diehards, wierookverslaafden van het eerste uur, te luisteren naar de mis via een intercom. Hun uitzicht in de kleine ruimte werd gevormd door elkaar en een machtig walmend wierookvat.

Het wachten is op Ab Klink: zal hij dit initiatief oppakken en... zal Nederland nu ook eindelijk wierookvrij worden??